Ziekte van Dupuytren

Print

Inleiding

De ziekte van Dupuytren is een aandoening die leidt tot kromme vingers. In overleg met uw arts heeft u besloten tot een operatieve behandeling. Deze brochure geeft informatie over de operatie waarbij de kromstand van uw vingers wordt gecorrigeerd.  

Oorzaak en klachten

De oorzaak van de kromstand van uw vingers is een verschrompeling van bindweefsel. Bij de ziekte van Dupuytren ontstaan, door een nog onbekende oorzaak, verdikkingen en verkortingen in het normale bind- en steunweefsel. Deze ontstaan in de vorm van knobbeltjes en strengen die zich tot in de huid voortzetten. Wanneer deze strengen over de gewrichten lopen en schrompelen, kunt u uw vingers minder goed bewegen. Hierdoor ontstaat de verkromming die typisch is voor deze ziekte. 

Behandeling

De behandeling bestaat uit een operatie. Hiermee wordt geprobeerd de functie van uw vingers zo veel mogelijk te herstellen. Bovendien wordt door de operatie verder functieverlies van de aangedane vingers voorkomen. Ook kan de eventuele pijn door de behandeling worden verminderd. 

De operatie verhelpt de klachten van de ziekte van Dupuytren, maar de aandoening verdwijnt niet. Het is dus mogelijk dat uw vingers na de correctie op termijn toch weer kromtrekken. 

Tijdens uw bezoek aan de polikliniek geeft de arts uitleg over de operatie. Verder bespreekt hij met u de nabehandeling, eventuele complicaties en de plaats waar de littekens komen. 

Operatie 

De operatie wordt poliklinisch of in dagopname uitgevoerd.  

Indien behandeling via operatie van toepassing

• Poliklinisch

De operatie wordt uitgevoerd onder plaatselijke verdoving. Wanneer de ingreep klaar is mag u weer naar huis. U hoeft voor de poliklinische ingreep niet nuchter te zijn. Wij verzoeken u vriendelijk om ringen en/of armbanden thuis te laten en kleding met een korte mouw te dragen. Verder is het belangrijk dat u geen crèmes gebruikt op de handen.

• Dagopname

Als de ingreep niet poliklinisch kan worden gedaan, wordt de ingreep uitgevoerd tijdens een dagopname. Hiervoor krijgt u een afspraak. De operatie wordt uitgevoerd onder plaatselijke of regionale verdoving. Wanneer de verdoving is uitgewerkt mag u weer naar huis. Soms wordt de operatie onder algehele verdoving gedaan, bijvoorbeeld als de plaatselijke verdoving niet aanslaat. 

Wanneer de operatie onder algehele verdoving moet worden uitgevoerd, kan dat alleen als u nuchter bent. Vandaar dat wanneer de ingreep via dagopname wordt uitgevoerd u altijd nuchter naar het ziekenhuis moet komen. Wij adviseren u om ringen en/of armbanden thuis te laten. Draag kleding met een wijde mouw. 

Als u voor de behandeling nuchter moet zijn, betekent dit dat u vanaf 6 uur voor het tijdstip van opname:   

• Niets meer mag eten;
• Niet meer mag roken;
• Tot twee uur voor het tijdstip van opname alleen nog water mag drinken. 

Niet nuchter komen, betekent dat de operatie moet worden uitgesteld.             

Nabehandeling

Het is verstandig dat u de eerste dag(en) de arm zelf hoog houdt. Het drukverband dat na de operatie is aangelegd kan na twee dagen worden verwijderd. Ook kunt u al snel beginnen met oefeningen van de vingers. In het begin gaat dit wat moeizaam maar na enkele dagen gaat dit al veel beter. Het is verstandig geen zware belastende werkzaamheden te verrichten gedurende drie weken. De eerste twee weken niet zwaarder dan één kilo tillen. U mag de eerste twee weken niet autorijden.             

Mochten uw vingers de dag van de operatie of de dag erna blauw en koud worden of krijgt u veel meer pijn, dan dient u zo snel mogelijk contact op te nemen met de polikliniek van de behandelend arts of de spoedeisende hulp van het ziekenhuis. 

Als de verdoving is uitgewerkt, kunt u wat pijn hebben, waartegen u pijnstillers, bijvoorbeeld paracetamol, kunt nemen. 

Deze zijn te koop bij apotheek en drogist. Het is raadzaam om voor de ingreep deze pijnstillers in huis te hebben. 

Omdat na de ingreep een drukverband wordt aangelegd raden wij u aan om kleding met een wijde mouw te dragen. Omdat u een drukverband krijgt, mag u geen auto rijden. U bent niet verzekerd.  

Controle afspraak polikliniek

Twee weken na de operatie heeft u een controleafspraak op de polikliniek en worden de hechtingen verwijderd. Afhankelijk van de beweeglijkheid van uw vingers wordt bepaald of u fysiotherapie nodig heeft.  

Een aantal weken na de operatie komt u op de polikliniek voor de laatste controle. De arts kijkt dan opnieuw naar de beweeglijkheid van uw vingers. Ook wordt gekeken of de eventuele fysiotherapie het gewenste effect heeft gehad en of de klachten naar behoren zijn verminderd. Als alles naar wens verloopt, hoeft u niet meer terug te komen voor controle. 

Complicaties en risico’s

Zoals bij elke operatie kunnen er complicaties optreden zoals vertraagde wondgenezing, nabloedingen, infecties en weefselversterf. De gevoelszenuwen van de vingers kunnen beschadigd raken, waardoor u minder goed kunt voelen. 

Dystrofie is een ontregeling van het zenuwstelsel, in dit geval van de hand. Als dit optreedt, gaan uw vingers pijn doen, ze verkleuren en worden dik en stijf. 

Het is mogelijk dat de kleine slagadertjes die de vingers van bloed voorzien beschadigd raken tijdens de operatie. Hierdoor kan de doorbloeding van de vinger(s) verslechteren.

Krijgt u na de operatie klachten waarover u zich zorgen maakt (bijvoorbeeld hevige pijn), dan kunt u het beste contact met uw arts opnemen. 

Het is mogelijk dat het uiteindelijke resultaat niet helemaal voldoet aan uw verwachtingen. Het resultaat is afhankelijk van allerlei factoren, zoals al bestaande verbindweefseling van gewrichtskapsels. Deze factoren zijn pas tijdens de operatie goed te zien en te beoordelen. Of een gewricht weer volledig te strekken is, blijkt dan ook pas tijdens of na de operatie. 

Tot slot

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, neem dan contact op met de polikliniek van uw behandelend arts.

---