Een autotransplantatie is het verplaatsen van een gebitselement van één plek in de mond naar een ander gebied. Bijvoorbeeld een kies uit de bovenkaak naar een plaats in de onderkaak waar een kies ontbreekt. Een tand of kies in ontwikkeling wordt verwijderd en op een andere plek in de kaak neergezet, waarna de ontwikkeling van het gebitselement weer verder gaat. Een belangrijke voorwaarde is wel, dat de verplaatste tandkiem tijdens de behandeling zo goed mogelijk intact blijft.
Bijvoorbeeld wanneer een of meerdere tanden of kiezen niet aangelegd zijn of in zeer uitzonderlijke gevallen als een tand of kies door een ongeluk verloren is gegaan. De ruimte die na de autotransplantatie overblijft, wordt door de beugelbehandeling weer gesloten. De meest voorkomende autotransplantatie is een kleine kies uit de bovenkaak naar de plek van een ontbrekende kleine kies in de onderkaak. Een groeiende tand of kies wordt dus weggehaald van een plaats waar die kan worden gemist, om hem neer te zetten op een plaats waar hij nodig is. Omdat de te verplaatsen tand of kies nog in ontwikkeling moet zijn is deze behandeling dus enkel geschikt voor kinderen in de groei, tussen de 11 en 17 jaar, afhankelijk van de te verplaatsen tand of kies. Voor volwassenen is deze behandeling dus niet geschikt.
Onder lokale verdoving of soms onder algehele narcose wordt eerst een gaatje in de kaak gemaakt waar de nieuwe tand moet komen. Daarna wordt deze voorzichtig uit de kaak gehaald en direct op de nieuwe plaats gezet. De tand wordt vastgezet met een zeer langzaam oplossende hechting. Omdat de tand de eerste tijd eigenlijk nog los in de kaak zit, is het dus belangrijk de eerste 6 weken geen harde dingen met die tand te kauwen. Nadat hij goed is vastgegroeid, zal de orthodontist de tand met een beugel op de goede plek zetten. Als de vorm of kleur van de verplaatste tand niet past bij die van de nieuwe buurelementen, dan kan de tandarts daar wat aan doen als het gebitselement ver genoeg is.
Om het ontstaan van zwelling van de wang zoveel mogelijk tegen te gaan mag zo snel mogelijk na de ingreep de wang koelen met ijs gekoeld worden. Dit kan gedaan worden door tegen de wang ter plaatse van de wond een coldpack of een washandje met daarin een plastic zakje gevuld met ijsblokjes te houden. Doe dit minimaal anderhalf uur, steeds een kwartier erop en vervolgens weer 5 minuten eraf.
Enig nabloeden uit de wond is normaal. Dit veroorzaakt rood gekleurd speeksel dat soms ten onrechte voor een actieve bloeding wordt aangezien. De eerste dag na de behandeling is het raadzaam om de mond niet te spoelen, want dit vergroot de kans op nabloeden. Er kan gewoon gedronken worden. Indien een echte bloeding (helderrood!) niet vanzelf stopt, breng dan een opgevouwen vierkant gaasje of eventueel een opgevouwen zakdoek (vooral geen watten!) aan op de wond, waarna hierop gedurende een uur stevig dichtbeten wordt. Blijft de wond desondanks bloeden, neem dan telefonisch contact met ons op.
Ter bestrijding van mogelijk optredende wondpijn wordt meestal een pijnstiller geadviseerd of wordt een recept voorgeschreven. Gebruik bij pijn de tabletten volgens voorschrift. Neem de eerste dosis al nadat de gaastampon is verwijderd, dus terwijl de verdoving nog werkt. De pijnstillers dienen om de wondpijn draaglijk te maken, maar kunnen deze meestal niet geheel wegnemen. Houdt echter de voorgeschreven dosering aan.
Omdat de getransplanteerde tand nog los in de kaak zit, mogen daarmee geen harde dingen worden gekauwd voor de eerste 6 weken. Een zacht dieet is aan te raden.
Voor een goede genezing is het schoonhouden van zelfgemaakte zoutoplossing of een verdunde waterstofperoxideoplossing (1,5%).
Het ontstaan van een zwelling van de wang, welke zeer aanzienlijk kan zijn, kan als normaal beschouwd worden, evenals een temperatuursverhoging en een onvermogen om de mond normaal te openen. Deze ongemakken nemen gewoonlijk na 3 tot 5 dagen weer af.
Locatie Helmond
T: 0492 – 59 59 51
Locatie Deurne
T: 0493 – 32 89 11
Copyright 2024 Elkerliek
Deze website maakt gebruik van cookies.