Verhoging van de onderkaak en implantatie

Als de onderkaak te weinig botvolume heeft om implantaten te plaatsen kan een augmentatieprocedure (verhoging van de onderkaak) worden uitgevoerd. 

Behandeling

Onder algehele anesthesie (verdoving) worden twee botblokjes (iets kleiner dan een suikerklontje) en een kleine hoeveelheid beenmerg uit de bekkenkam genomen. Deze botblokjes worden tijdens dezelfde operatie vastgeschroefd op het voorste gedeelte van de onderkaak. De ruimte tussen de botblokjes worden opgevuld met het beenmerg. 

Na de operatie

Na afloop van de operatie kunt u de onderprothese minstens veertien dagen niet dragen. Tijdens de ziekenhuisopname krijgt u vloeibare of zachte voeding. De wond in de bekkenkam veroorzaakt enig ongemak, maar het herstel gaat meestal voorspoedig. Tien tot veertien dagen na de operatie worden de hechtingen meestal verwijderd, uit de mond of uit de wond op de bekkenkam, of allebei. Indien mogelijk wordt de onderprothese aangepast. De bovenprothese kunt u blijven dragen. 

Implantatie

Drie maanden na de verhoging van de onderkaak worden twee implantaten geplaatst in het verhoogde deel van de onderkaak. Deze ingreep kan onder plaatselijke verdoving geschieden. Nadat een snede in het tandvlees is gemaakt, worden gaatjes in het bot geboord, waarin de titanium implantaten worden vastgeschroefd. Het tandvlees wordt over de implantaten dichtgehecht. Na afloop van deze behandeling gaat u naar huis. Het genezingsproces kan nu beginnen. De nabezwaren zijn gering en indien er napijn optreedt, dan is deze te onderdrukken met een eenvoudige pijnstiller. Na twee weken is de wond zover genezen dat het ondergebit, na aanpassing, vaak weer kan worden gedragen. 

Ingroeifase

Het kaakbot groeit tegen de implantaten aan. Dit duurt drie tot zes maanden. De ondergebitsprothese of een noodvoorziening kan worden gedragen, alleen mag hierbij het implantaatgebied niet belast worden. Indien nodig wordt de prothese voor u aangepast.

Plaatsen van de implantaatopbouw

Na de ingroeiperiode wordt onder plaatselijke verdoving direct boven het implantaat een klein stukje tandvlees verwijderd. Op de implantaten worden dan opbouwen (abutments) vastgezet, die ook van titanium zijn gemaakt en die door het tandvlees heen steken. 

Vervaardigen van de prothetische voorziening

Enkele weken na het plaatsen van de abutments kan de tandarts beginnen met het vervaardigen van de suprastructuur, een gouden staaf die de implantaten verbindt of drukknopen waarop de nieuwe prothese vastklikt. 

Controlefase

Ongeveer drie maanden na de behandeling vindt een controle plaats. Het schoonhouden van de implantaten en de opbouw is essentieel en u zult hierin worden begeleid door de mondhygiëniste. Omdat de implantaten kunnen worden vergeleken met eigen tanden en daarom hetzelfde onderhoud behoeven, is het noodzakelijk dat u voor periodieke (1/2 jaarlijkse, minimaal 1x per jaar) controles naar uw eigen tandarts gaat. 

Tot slot

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, dan kunt u contact opnemen met de polikliniek Kaakchirurgie telefoonnummer of met uw eigen tandarts.