Omdat uw kind regelmatig last heeft van oorklachten, zoals oorpijn, pijn bij het slikken en minder goed kan horen, heeft de KNO-arts voorgesteld om trommelvliesbuisjes te plaatsen. In deze folder leest u meer informatie over de werking van het oor, wat trommelvliesbuisjes zijn, over de operatie zelf, maar ook over de periode daarvoor en erna.
Het oor bestaat onder andere uit de volgende delen:
Via de gehoorgang komen geluidstrillingen bij het trommelvlies terecht. Het trommelvlies en de gehoorbeentjes zorgen ervoor dat de trillingen naar het slakkenhuis gevoerd worden. In dat slakkenhuis worden deze trillingen omgezet in zenuwprikkels. Die zenuwprikkels worden naar de hersenen gevoerd. Dit zorgt er uiteindelijk voor dat we kunnen horen.
Tijdens het slikken gaat de buis van Eustachius even open en laat wat lucht door. De luchtdruk in het middenoor blijft zo gelijk met de luchtdruk buiten. Soms werkt de buis van Eustachius bij kinderen minder goed. Er ontstaat dan een onderdruk in het middenoor. Het middenoor is bekleed met een dun laagje slijmvlies. Doordat de buis van Eustachius afgesloten is, kan het slijm niet weg. Het middenoor wordt daardoor langzaam gevuld met vloeistof. Na enige tijd verandert deze vloeistof in dik slijm. Dit dikke slijm remt nu de trilling van het trommelvlies. Het gevolg is dat uw kind minder goed kan horen. Dit wordt ‘OME’ (Otitis Media met Effusie) genoemd, maar ook wel ‘lijmoor’ of ‘glue ear’. Dit vanwege de stroperige samenstelling van het vocht.
Bij kinderen tussen de twee en zes jaar komt deze aandoening vaak voor. Meestal treedt deze aandoening bij beide oren op. De aandoening komt soms ook op volwassen leeftijd voor.
Vaak geneest deze aandoening binnen enkele weken tot maanden vanzelf zonder blijvende schade. Trommelvliesbuisjes worden geplaatst als:
Een trommelvliesbuisje zorgt voor een open verbinding tussen het middenoor en de uitwendige gehoorgang. Via het buisje komt er weer lucht in het middenoor.
Er is een verband tussen bovenste luchtweginfecties, zoals neusverkoudheid en een niet goed werkende buis van Eustachius. Voordat een trommelvliesbuisje geplaatst wordt, moeten andere oorzaken voor terugkerende bovenste luchtweginfecties worden uitgesloten of behandeld. Bijvoorbeeld een vergrote neusamandel, vergrote keelamandelen en/of ontsteking van de neusholte en bijholten.
Een trommelvliesbuisje is een heel klein kunststof buisje, ter grootte van een halve luciferkop. Zoals de naam al aangeeft, wordt het buisje in het trommelvlies geplaatst. Bij de plaatsing van het buisje wordt het vocht uit het middenoor weggezogen. Het buisje zorgt voor verdere beluchting. Deze operatie wordt dan ook wel ‘midden oor beluchting’ genoemd. Er zijn verschillende typen trommelvliesbuisjes. De meest gebruikte blijft gemiddeld iets meer dan een jaar in het trommelvlies. Daarna groeit het vanzelf eruit.
Bij een geplande operatie is het belangrijk dat u en uw kind goed voorbereid zijn. Vertel uw kind waarom hij/zij naar het ziekenhuis gaat en hoe lang het gaat duren. De leeftijd en de aard van uw kind bepalen wat u vertelt, op welke manier en op welk tijdstip. Vertel in ieder geval zo eerlijk en eenvoudig mogelijk wat er gaat gebeuren. Bij jonge kinderen is het geven van allerlei medische details overbodig. Deze kunnen meer angst oproepen. Vertel hen vooral wat ze zullen zien, voelen, horen, ruiken en dat ze mogen huilen. Ook is het goed om eerlijk te vertellen dat ze pijn kunnen hebben na de operatie.
Onze voorlichtingsfilm vindt u op onze kinderwebsite (www.elkerliek.nl/kind). We raden u aan om deze film vóór de afspraak met de anesthesioloog samen met uw kind te bekijken, zodat eventuele vragen gesteld kunnen worden tijdens de afspraak.
Boeken die u samen kunt lezen ter voorbereiding op de dagopname:
Deze serie bestaat uit verschillende delen. Per deel is het verhaal toegespitst op een ziekte, aandoening of medische ingreep (bijvoorbeeld amandelen knippen, buisjes krijgen, scheve oogjes, blindedarmontsteking).
Samen met uw kind kunt u de volgende benodigde spullen inpakken:
Sieraden (oorbellen) moeten af en kunt u het beste thuis laten. Nagellak en/of gelnagels moet worden verwijderd. Houd er rekening mee dat kleding vies kan worden.
Op de dag van de operatie mag uw kind vanaf een vastgesteld tijdstip niets meer eten en/of drinken en ook niet snoepen. Dit noemen we ‘nuchter zijn’. Wat uw kind wel mag hebben, staat in de folder ‘Anesthesie voor kinderen en jongeren’.
We raden u als ouder aan om op de dag van de operatie zelf wel goed te ontbijten. Door bijvoorbeeld de spanning of de nietalledaagse omstandigheden kunt u flauwvallen. Ontbijten verkleint de kans dat u flauwvalt.
Voordat u naar het ziekenhuis vertrekt, neemt u bij uw kind de temperatuur op. Wanneer de temperatuur hoger is dan 38 graden Celsius, neemt u contact op met de kinderafdeling om te overleggen wat te doen. U geeft net voordat u vertrekt naar het ziekenhuis een paracetamol-zetpil. U heeft de dosering van de zetpil gekregen tijdens het gesprek met de anesthesioloog. Dit is een hogere dosering dan u anders aan uw kind zou geven, maar een operatie kan pijnlijk zijn. Daarom wordt voor de operatie al begonnen met pijnbestrijding.
Heeft uw kind in de week voor de operatie pijnstillende middelen gebruikt die salicyl bevatten (zoals aspirine, dolviran, Witte Kruis® poeders, APC tabletten), dan moet u dit melden bij de polikliniek Anesthesie. Wij raden u aan om een week van tevoren deze middelen niet te geven aan uw kind. Dit zijn namelijk bloedverdunnende medicijnen die de kans op een nabloeding vergroten. Als uw kind ziek is, koorts heeft of aan het hoesten is, neem dan contact op met afdeling Kind & Jeugd. Er wordt dan overlegd of de geplande operatie door kan gaan.
Op de dag van opname neemt u de lift bij het winkeltje in de hal naar de 2e verdieping waarna u de borden ‘huiskamercircuit’ volgt. U kunt zich samen met uw kind melden bij de wachtkamer van de ‘huiskamercircuit’. Uw kind krijgt een armbandje om met daarop naam en geboortedatum. Kinderen mogen hun eigen, schone comfortabele kleding aanhouden (geen onesie/bij voorkeur een vest). Als uw kind nog niet aan de beurt is, kan het met het aanwezige speelgoed spelen. Gezien de beperkte ruimte in de wachtkamer kan er één ouder bij uw kind blijven. Eventuele broertjes en/of zusjes kunnen niet mee naar het ziekenhuis.
Een verpleegkundige gaat, samen met u en uw kind naar de operatieafdeling. Uw kind mag zijn lievelingsknuffel en eventueel een fopspeen meenemen. Medewerkers van de operatieafdeling nemen daar de zorg voor uw kind over. De verpleegkundige gaat terug naar de wachtkamer.
Eén van de ouders mag zijn kind ondersteunen bij de inleiding van de anesthesie en op de (kinder)verkoeverkamer. Zwangere moeders raden we af om dit te doen vanwege de aanwezigheid van narcosegassen in deze ruimtes. Mocht u toch met twee personen komen, dan kan de andere ouder wachten in de hal beneden. Dit geldt ook voor eventuele broertjes en/of zusjes.
Op de operatietafel krijgt uw kind een grijs dopje aan zijn wijsvinger en drie plakkers op zijn borst en buik. Deze zijn verbonden met een monitor, zodat de hartslag en ademhaling van uw kind goed in de gaten gehouden kan worden tijdens de narcose. Soms worden het grijs dopje en de plakkers aangebracht als uw kind al onder narcose is. Dit gebeurt vooral bij jongere kinderen of als kinderen onrustig zijn.
De anesthesie wordt toegediend via een kapje op de neus en mond. Mogelijk reageert uw kind anders dan u van hem/haar gewend bent. Uw kind kan met de ogen gaan draaien of spiertrekkingen hebben in armen en benen. Dit is voor de ouder een naar gezicht, echter uw kind zal het zich niet herinneren. Probeer uw kind gerust te stellen door rustig tegen hem te praten. Als uw kind onder narcose is, wordt u uit de operatiekamer begeleid. Daarna kunt u wachten in de wachtkamer naast de kinderverkoeverkamer.
Voor het plaatsen van de trommelvliesbuisjes maakt de arts een klein sneetje in het trommelvlies. Hij zuigt vocht uit het middenoor weg en laat in de kleine opening het trommelvliesbuisje achter. Hierdoor kunnen het trommelvlies en de gehoorbeentjes weer normaal werken en verbetert het gehoor. De operatie duurt ongeveer vijf minuten.
Na de operatie moet uw kind weer goed wakker worden uit de narcose. Dit gebeurt op de kinderverkoeverkamer (= uitslaapkamer). Zodra uw kind terug is op de kinderverkoeverkamer, wordt u gehaald uit de wachtkamer. Het kan zijn dat uw kind nog niet helemaal (goed) wakker is. Uw kind ligt nog aan de monitor (met een grijs dopje aan de vinger en/of de plakkers op de borst). Er ligt een zuurstofkapje in het bed bij uw kind.
Sommige kinderen zijn overstuur bij het wakker worden; ze huilen en zijn onrustig. Het helpt als u rustig tegen uw kind praat en hem gerust probeert te stellen. Veel kinderen vinden het fijn om bij hun vader of moeder op schoot te zitten.
Door het plaatsen van de trommelvliesbuisjes kan uw kind ook ineens meer horen. Alle geluiden kunnen in het begin als lawaai worden ervaren. Sommige kinderen ervaren dit als heel vervelend.
Uw kind krijgt drinken, een lange vinger of ijsje aangeboden. Uw kind kan last van de oren hebben na de operatie. Door het kauwen en slikken zakt dat meestal vrij snel. Wanneer het niet zakt, krijgt uw kind een paracetamol. Ook kan het zijn dat er bij uw kind wat bloed en/of vocht uit de oren komt.
Zodra uw kind zich goed voelt, mogen jullie naar huis. U krijgt een telefonische afspraak voor over 6 weken en een controleafspraak voor over 6 maanden toegestuurd vanuit de polikliniek KNO.
We raden u aan om u op te laten halen uit het ziekenhuis, zodat u niet alleen met uw kind in de auto naar huis hoeft te rijden. Gebruik maken van openbaar vervoer of een (brom)fiets wordt afgeraden.
Mocht u thuis, na de operatie, dringende vragen hebben, dan kunt u tijdens kantooruren de polikliniek KNO bellen. Buiten kantoortijden de afdeling Spoedeisende hulp.
U mag foto’s maken van uw kind. Deze foto’s kunnen helpen bij het praten over de opname en daardoor helpen bij de verwerking. Let u er op dat er geen anderen (kinderen, ouders en medewerkers) in beeld zijn i.v.m. privacy.
Heeft u nog dringende vragen over de opname, neem dan contact op met de afdeling Opname en Planning, telefoonnummer 0492 – 59 59 65. Voor andere vragen kunt u terecht bij uw specialist.
Tegenwoordig wordt de mening van kinderen steeds serieuzer genomen. Zij worden zoveel mogelijk betrokken bij zaken die hen aangaan, ook in de gezondheidszorg. Net als volwassenen hebben kinderen patiëntenrechten. Deze zijn vastgelegd in de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO) en onderscheidt drie leeftijdsgroepen:
De site www.jadokterneedokter.nl geeft op een speciaal voor kinderen aangepaste manier informatie over de WGBO.
Het kan voorkomen dat u over sommige onderdelen van de behandeling of het verblijf in het ziekenhuis minder of niet tevreden bent. Als u klachten of problemen heeft, bespreek deze dan in eerste instantie met de behandelend arts of de afdelingsmanager van de afdeling. Zij zijn bereid met u te overleggen en te zoeken naar een oplossing. Mocht dit niet tot het gewenste resultaat leiden, dan kunt u met uw klacht terecht bij de afdeling Cliëntenbelangen. Voor meer informatie hierover verwijzen wij u naar de folder ‘Klachten, suggesties of complimenten?’.
Mocht u thuis, na de operatie, dringende vragen hebben, dan kunt u tijdens kantooruren de polikliniek KNO bellen. Buiten kantoortijden de afdeling Spoedeisende hulp.
Meer informatie over behandelingen en ziekten van Keel, Neus en Oren kunt u lezen op de website www.kno.nl.
Locatie Helmond
T: 0492 – 59 59 56
Locatie Deurne
T: 0493 – 32 89 16
T: 0492 – 59 55 71
Copyright 2024 Elkerliek
Deze website maakt gebruik van cookies.