Tranen spelen een belangrijke rol bij het behouden van de gezondheid en het comfort van de ogen. Ze worden gemaakt in de traanzak boven het oog, houden het oog vochtig en worden weer afgevoerd via de bovenste en onderste traanpunt in de nasale ooghoek, die in verbinding staan met 2 kleine kanaaltjes - canaliculi - en komen samen om vervolgens uit te monden in de traanzak en vanuit daar via de neus weg te lopen.
Wanneer u last hebt van overvloedig tranen dan kunnen daar verschillende oorzaken voor zijn zoals overproductie van tranen. Het kan echter ook zo zijn dat ergens in de traanwegen een verstopping zit. Een verstopping tussen de traanzak en neus komt vaker voor; meestal is er geen duidelijke oorzaak. Er kan dan ook een zwelling (cyste) in de traanzak ontstaan. Soms raakt de traanzak ontstoken, dit wordt ook wel dacryocystitis genoemd. Bij jonge kinderen kan een verstopte traanbuis ook aangeboren zijn.
Oogheelkundig onderzoek
Op de polikliniek worden verschillende onderzoeken gedaan om te beoordelen wat de oorzaak van de traanklachten is. De oogarts beoordeelt of de traanpuntjes goed open zijn en mooi tegen het oog aan liggen. Ook wordt beoordeeld of de oogleden afwijkend zijn. Bij twijfel of de traanwegen open zijn wordt een zogenoemde Anel-test gedaan. Hierbij wordt het onderste traanpuntje na toediening van een verdovend oogdruppeltje wijder gemaakt door middel van een dilatator, en daarna wordt met een dunne canule een kleine hoeveelheid fysiologisch water in de traanpunt gespoten. Als u geen water in de neus of keel voelt dan betekent dit dat de traanweg verstopt zit. Een voorbereiding voor dit onderzoek is niet nodig en u kunt nadien gewoon weer naar huis.
Röntgenonderzoek
Zodra duidelijk is dat er (hoogstwaarschijnlijk) een verstopping in de traanweg is, kan eventueel nog aanvullend een traanwegfoto aangevraagd worden om de lokalisatie van de verstopping wat beter in kaart te brengen. Dit wordt niet standaard gedaan. Bij deze traanwegfoto wordt, nadat het onderste traanpuntje wat is opgerekt, contrastmiddel ingespoten in de traanweg. Op de röntgenfoto’s die gelijktijdig gemaakt worden is vervolgens te zien of er een volledige verstopping is van de traanweg en waar deze precies zit. Indien u contactlenzen draagt kunt u deze het beste voor het onderzoek uitlaten; de dag na het onderzoek mag u de contactlenzen weer dragen.
Op het moment dat u een verstopte traanweg heeft, en gezamenlijk met u besloten is dat een operatie aan de traanweg de beste oplossing is om van de traanklachten af te komen, wordt dit verder in gang gezet en komt u op de wachtlijst voor de traanwegoperatie.
Onderzoek KNO-arts
Wanneer u in aanmerking komt voor een traanwegoperatie wordt aanvullend een afspraak gepland bij de KNO-arts. Deze kijkt in de neus om te zien of daar afwijkingen zijn en om te beoordelen of er voldoende ruimte is om via de neus te opereren.
Bij een volledige verstopping van de traanweg wordt een nieuwe verbinding gecreëerd door het neusbot heen tussen de traanweg en de neus. Deze ingreep wordt DCR genoemd: dacryo-cysto-rhinostomie. Op die manier ontstaat er dus een bypass. Het is mogelijk om deze ingreep via een sneetje in de huid te doen, de externe DCR, ofwel via het neusgat, de endonasale DCR. Het voordeel van de endonasale DCR is dat er na de ingreep geen uitwendig litteken is. In het Elkerliek ziekenhuis wordt geopereerd middels de endonasale DCR, dus via de neus.
Deze operatie wordt gezamenlijk door de KNO-arts en oogarts uitgevoerd en duurt gemiddeld genomen drie kwartier tot een uur. De oogarts brengt een hele smalle lichtcanule in de traanweg tot aan de plek van de verstopping. Op deze manier ziet de KNO-arts via de neus waar de verstopping precies zit en kan op de plek waar het lampje zichtbaar is via de neus een opening maken naar de traanzak. Na het maken van de nieuwe verbinding wordt aan het eind van de ingreep een siliconenbuisje oftewel tube geplaatst via het onderste of bovenste traanpuntje. Dit zorgt ervoor dat de gemaakte opening de eerste weken na de operatie niet weer direct dichtgroeit.
DCR-operatie gecombineerd met een siliconenstent
Nadat u op de wachtlijst bent geplaatst, neemt afdeling Opname en Planning contact met u op wanneer de operatie gepland kan worden. Omdat de operatie onder algehele anesthesie plaatsvindt, krijgt u van tevoren ook nog een afspraak op het pre-operatieve spreekuur van de anesthesist om te beoordelen of u onder narcose mag. U dient dan ook een lijst met medicijnen mee te nemen als u deze gebruikt. Gebruikt u bloedverdunners dan is het belangrijk om dit tijdig aan te geven. De KNO-arts en/of oogarts kan dan namelijk beoordelen of het nodig is deze medicatie voor de operatie tijdelijk te stoppen, wanneer en voor hoeveel dagen.
Op de dag van de operatie blijft u volgens de afspraken met de anesthesist nuchter. afdeling Opname en Planning geeft aan u door op welk tijdstip u zich moet melden en op welke afdeling, de operatie is altijd in de ochtend.
De traanwegoperatie wordt in dagbehandeling uitgevoerd. Dit houdt in dat u na de operatie eerst naar de uitslaapkamer gebracht wordt en als u weer voldoende wakker bent vervolgens naar de afdeling dagverpleging. In de loop van de dag kunt u dan weer naar huis.
Het is mogelijk dat de eerste 2-3 dagen na de operatie nog wat bloed uit de neus komt, dit wordt normaal gesproken al snel minder. Heel soms wordt tijdens de operatie een neustampon achtergelaten die na 1 dag verwijderd wordt. Het oog kan de eerste 2-3 dagen nadien soms wat prikken en een zandkorrelgevoel geven. Direct na de operatie kan uw oog soms nog blijven tranen, omdat de tijdelijke tube een vlotte doorgang kan belemmeren. Dit verdwijnt na het verwijderen van de stent.
Meestal wordt er geen pijn ervaren na de operatie. Zo nodig kunt u pijnstillers innemen, volgens het schema van de anesthesist.
Verder worden Tobradex oogdruppels voorgeschreven, 3x per dag gedurende 5 dagen.
Geadviseerd wordt om:
Heeft u problemen met het oog, bijvoorbeeld flinke pijn, of heeft u per ongeluk de tube er (deels) uit gewreven, dan kunt u voor overleg het beste contact opnemen met de poli Oogheelkunde.
Mocht er na de operatie sprake zijn van toenemend bloed uit de neus in plaats van afnemend, dan kunt u het beste voor overleg contact opnemen met de poli KNO.
Mochten er problemen ontstaan ’s avonds of in het weekend dan kunt u bellen naar de Spoedeisende hulp.
De dag na de operatie wordt een telefonisch consult gepland met de oogarts. Ongeveer 6 tot 8 weken na de operatie wordt de tube weer verwijderd; dit gebeurt gewoon poliklinisch tijdens de controle-afspraak bij de oogarts met behulp van een pincetje, u zult hier geen last van hebben.
Bij ongeveer 75% van de traanwegoperaties zien we een goed resultaat. Het kan echter toch gebeuren dat de nieuw gecreëerde opening weer dicht gaat groeien. Dit is ook de reden dat er in veel gevallen tijdens de operatie een aanvullende tube wordt ingebracht in de traanweg die gedurende 6 tot 8 weken blijft zitten om de kans op succes zo groot mogelijk te houden. Mocht de opening echter toch weer dichtgroeien, dan kan er een tweede keer geopereerd worden.
Er treedt niet vaak een complicatie op bij de traanwegoperatie. Er is echter een kleine kans op een neusbloeding of een ontsteking. Heel zelden (<0.1%) treedt er een bloeduitstorting rond het oog op tijdens de operatie of komt er lucht in de oogkas. Het oog is dan dik en u hoort een knisperend geluid bij drukken. In zeer zeldzame gevallen kan letsel van een oogspier of hersenweefsel ontstaan.
Bij jonge kinderen is het vliesje onderaan de traanbuis bij de geboorte regelmatig nog niet volledig open. Hierdoor ontstaan er traanklachten vanaf de geboorte. In de meeste gevallen gaat dit vliesje spontaan open binnen 1 jaar na geboorte. In de tussentijd is het belangrijk om eventuele korstjes te verwijderen tussen de wimpers, en kan regelmatige massage van de traanzak helpen. Bij een ontsteking worden soms tijdelijk antibiotica-druppels voorgeschreven.
Blijven de traanklachten na het eerste jaar echter bestaan, dan kan een traanwegsondage uitgevoerd worden. Dit heeft het beste resultaat bij kinderen tot de leeftijd van 2 jaar. Bij een traanwegsondage wordt de traanbuis voorzichtig doorgeprikt door middel van een heel dun metalen staafje via het traanpuntje in de ooghoek. Deze sondage vindt onder kortdurende algehele verdoving (narcose) plaats in dagbehandeling. Uw kind kan dus dezelfde dag weer naar huis. De sondage is bij meer dan 90% van de kinderen succesvol.
Locatie Helmond
T: 0492 – 59 59 52
Locatie Deurne
T: 0493 – 32 89 12
Locatie Helmond
T: 0492 – 59 59 56
Locatie Deurne
T: 0493 – 32 89 16
T: 0492 – 59 55 71
Copyright 2024 Elkerliek
Deze website maakt gebruik van cookies.