logo

Scheelzienoperatie bij kinderen



Inleiding

In overleg met de orthoptist en oogarts is besloten uw kind te opereren voor scheelzien (strabismus). In deze folder leest u hoe deze operatieve correctie van de oogstand verloopt. 

Scheelzien

Scheelzien is een afwijking van de stand van de ogen. Er zijn verschillende vormen van scheelzien. Zo kan een oog naar binnen draaien (naar de neus) of naar buiten draaien (naar het oor). Soms staat het oog naar boven of juist naar beneden gericht. Combinaties van deze vormen van scheelzien zijn ook mogelijk. Scheelzien ontstaat meestal op kinderleeftijd, maar kan ook op latere leeftijd ontstaan. Scheelzien is niet alleen een cosmetisch probleem. Kinderen met scheelzien ontwikkelen vaak een lui oog, kunnen geen of verminderd diepte zien en/of worden gepest. Op latere leeftijd kan scheelzien klachten zoals dubbelzien en hoofdpijn geven. 

Waarom een operatie?

De operatie heeft als doel de ogen zo goed mogelijk recht te zetten. In de meeste gevallen wordt een operatie om cosmetische redenen uitgevoerd; het ziet er mooier uit. Soms wordt een operatie voorgesteld om klachten zoals dubbelzien, wazig zien, vermoeide ogen, hoofdpijn, verminderd diepte zien of een schuine stand van het hoofd te verhelpen. 

Voorbereiden

Bij een van tevoren geplande opname is het belangrijk uw kind goed voor te bereiden op datgene wat hem te wachten staat. Wellicht kan het boek ‘De ogen van Olivia’ (van schrijfster Christina Kliphuis) u helpen om uw kind voor te bereiden op de oogoperatie. Het boek is geschikt om voor te lezen aan kinderen vanaf vier jaar.  

Dagopname

Uw kind wordt voor de ingreep ongeveer een halve dag opgenomen. Voor deze behandeling bestaat een wachtlijst. U wordt door de afdeling Opname geïnformeerd over de dag en het tijdstip waarop uw kind in het ziekenhuis wordt verwacht. Meer informatie vindt u in de folder ‘Dagopname afdeling Kind & Jeugd’. 

Anesthesie

De operatie gebeurt onder algehele anesthesie (narcose). Meer informatie vindt u in de folder ‘Anesthesie voor kinderen en jongeren’. Uw kind ontvangt een uitnodiging voor het pre-operatief spreekuur. Tijdens het spreekuur onderzoekt de anesthesioloog uw kind en bespreekt welke vorm van narcose bij uw kind gebruikt wordt. Ook zijn een verpleegkundige en pedagogisch medewerker aanwezig voor het beantwoorden van vragen. 

Onze voorlichtingsfilm vindt u op onze kinderwebsite (www.elkerliek.nl/kind). We raden u aan om deze film vóór de afspraak met de anesthesioloog samen met uw kind te bekijken, zodat eventuele vragen gesteld kunnen worden tijdens de afspraak. 

De operatie

De oogspieren, zes per oog, zitten aan de buitenkant van de oogbol. Ze liggen verborgen onder het bindvlies en zijn daarom niet zichtbaar. Tijdens de operatie wordt eerst het bindvlies geopend. Vervolgens worden een of meerdere oogspieren verplaatst en/of ingekort. Vervolgens wordt het bindvlies weer dicht gehecht. De operatie duurt ongeveer 15 tot 20 minuten per spier. Meestal wordt er aan beide ogen geopereerd. In veel gevallen is één operatie voldoende om het scheelzien te corrigeren. Soms kan een tweede operatie nodig zijn.                  

Na de operatie

Na de operatie verblijft uw kind op de kinderverkoeverkamer om wakker te worden. Hierbij is één van de ouders welkom ter ondersteuning van het kind. Zodra uw kind weer goed wakker is, mag het meestal snel terug naar de afdeling. De ogen van uw kind worden niet verbonden of afgedekt. Het oogwit kan flink rood gekleurd zijn en soms komt er wat bloederig vocht uit het oog. Ook kan uw kind last hebben van prikkende ogen, alsof er zand in zit. Soms kan er sprake zijn van dubbelzien. Dit gaat meestal vanzelf over. 

Naar huis

Als alles goed is verlopen, kan uw kind binnen enkele uren naar huis. De oogarts komt alleen bij eventuele problemen nog even langs bij uw kind. U krijgt een controleafspraak mee. Een recept voor oogdruppels heeft u voor de operatie al van de oogarts gekregen. Deze druppels versnellen het genezingsproces en werken ontstekingsremmend. Het geopereerde oog moet drie keer per dag gedruppeld worden. 

Belangrijk: door de operatie aan de ogen kan uw kind na de operatie misselijk zijn. Daarom adviseren wij u om niet alleen met uw kind in de auto naar huis te gaan. 

Weer thuis

Adviezen

  • Bij thuiskomst mag uw kind, als het drinken goed gaat, ook voorzichtig weer eten. De eerste dag kunt u uw kind het beste licht verteerbaar voedsel geven zoals vla, yoghurt, boterhammen zonder korst en aardappel- en groentepuree.
  • Bij misselijkheid is een paar keer overgeven niet verontrustend.
  • Het kan zijn dat uw kind de eerste dagen na de ingreep wat verhoging of koorts heeft. Dit is normaal.
  • Wanneer uw kind last heeft van pijn, dan mag u een pijnstiller geven. De eerste dag mag u alleen paracetamol geven.
  • De eerste dag na de ingreep mag u alleen paracetamol aan uw kind geven.
  • Voorkom dat zand of stof in het geopereerde oog komt in verband met infectiegevaar.
  • Zwemmen wordt de eerste vier tot zes weken na de operatie afgeraden.
  • Het kan zijn dat uw kind nog moet wennen aan de nieuwe oogstand. Het is erg belangrijk dat uw kind beide ogen goed open houdt en in geval van dubbelzien niet één oog dicht knijpt.
  • Als uw kind een bril draagt, moet uw kind deze direct weer de hele dag dragen. 

Oefenen van de oogbewegingen

De dag na de operatie moet u samen met uw kind starten met het oefenen van de oogbewegingen. Dit is belangrijk om de genezing te bevorderen, maar ook voor het behoud van de nieuw verworven oogstand. Laat uw kind vijf keer per dag met behulp van een klein object een aantal keren in de richting van de geopereerde spier(en) en in de tegenovergestelde richting van de geopereerde spier(en) kijken. De orthoptist heeft dit voor de operatie al met u besproken. Dit kan in het begin pijnlijk zijn. Als u dit regelmatig met uw kind oefent, wordt de pijn al snel minder. Deze oefeningen moet uw kind elke dag uitvoeren tot aan de eerste controle bij de orthoptist.  

Te verwachten symptomen na de operatie

  • plakkerige oogleden direct na de operatie;
  • rode ogen;
  • gezwollen oogleden;
  • wazig zien door de zalf;
  • tranende ogen, soms bloederige tranen;
  • zanderig gevoel in ogen door de hechtingen;
  • pijn bij het bewegen van de ogen;         
  • last van fel licht.

De tijdsduur van deze symptomen is ongeveer twee weken tot een maand. 

Klachten en complicaties

Neem contact op met de polikliniek Oogheelkunde als:

  • uw kind blijft braken;
  • uw kind pijn heeft en onvoldoende baat heeft bij de pijnstillende middelen;
  • uw kind een verhoging van de lichaamstemperatuur heeft die langer dan drie dagen aanhoudt of koorts heeft (temperatuur boven 38,5 °C).

Neem contact op met de Spoedeisende hulp als acute problemen optreden binnen 24 uur na de ingreep, zoals extreme zwelling en bloeding. 

Controle

De controleafspraak bij de orthoptist is na één à twee weken. U krijgt dan ook advies over het vervolgen van de oogbewegingsoefeningen. Soms is het nodig dat de behandeling van het luie oog na de operatie wordt voortgezet. 

Resultaat

Het definitieve (eind)resultaat van de operatie kan pas na enkele maanden beoordeeld worden. Gedurende de eerste paar maanden kan de oogstand nog wat veranderen. De wondjes moeten eerst goed genezen. Ook moet uw kind zich nog aanpassen aan de nieuwe oogstand. Meestal geeft één operatie voldoende resultaat. Als de operatie te weinig of juist teveel effect heeft gehad, is soms een tweede operatie noodzakelijk. Een heroperatie wordt meestal pas na een half jaar gedaan. Door de operatie zal de gezichtsscherpte of de sterkte van de brillenglazen niet veranderen.                 

Meer informatie

Meer informatie over scheelzien is te vinden op de website van de Nederlandse Vereniging van Orthoptisten, www.orthoptisten.info

Bekijk hier het scheelzienoperatie filmpje of scan de QR code.

Tot slot

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, neem dan gerust contact op met de polikliniek Oogheelkunde via de BeterDichtbij-app of telefonisch via 0492 - 59 59 52.

Contact


Polikliniek Oogheelkunde

Locatie Helmond
T: 0492 – 59 59 52

Locatie Deurne
T: 0493 – 32 89 12

Spoedeisende hulp

T: 0492 – 59 55 71

Afdeling Kind & Jeugd

T: 0492 – 59 56 25


© 2024 Elkerliek ziekenhuis
OOG-29902
Laatst bewerkt: 3-10-2024