Pericardpunctie

Er is geconstateerd dat u te veel vocht rondom uw hart heeft. Dit kan klachten geven, zoals benauwdheid, lage bloeddruk, duizeligheid, flauw vallen en hartritmestoornissen. Pericard is een andere benaming voor hartzakje. Met een pericardpunctie wordt het overtollige vocht rondom uw hart verwijderd. 

Voorbereiding van de ingreep

Voor het onderzoek wordt u met bed naar de katheterisatiekamer gebracht. 

De hartfunctielaborant(e) zal u vragen om met ontbloot bovenlichaam op de onderzoekstafel te gaan liggen. Er worden vier elektroden (plakkers) met daaraan kabels aangesloten. Hiermee kunnen de elektrische signalen van uw hart (ECG) geregistreerd worden. Ondertussen worden de benodigde materialen klaar gelegd. De hartfunctielaborant(e) maakt een echocardiogram. Meer informatie over dit onderzoek vindt u in de folder ‘Echocardiogram’. Zo kan men zien van waaruit het pericardvocht het beste bereikbaar is. De huid rondom de aanprikplaats wordt verdoofd. 

De ingreep

Onder echogeleiding zal met een speciale naald het hartzakje aangeprikt worden. Door de punctienaald wordt een drain (dun slangetje) opgevoerd waardoor het overtollige vocht afgevoerd kan worden. Het pericardvocht wordt opgestuurd naar het laboratorium voor onderzoek. Mocht u wel pijn voelen, zeg dit dan meteen. 

De drain wordt vastgezet met een hechting en aangesloten op een opvangzak. 

Duur van de ingreep

De ingreep duurt 30-60 minuten. Het is belangrijk dat u goed stil ligt tijdens de behandeling. Mocht dit een probleem voor u zijn geef dit dan tijdig aan! 

Na de ingreep

Op de afdeling wordt u aangesloten aan een telemetrie apparaatje dat uw hartritme registreert. Meer informatie hierover vindt u in de folder ‘Telemetrie-registratie’. De bloeddruk en wond worden regelmatig gecontroleerd. Er wordt tevens bloed afgenomen wat opgestuurd wordt naar het laboratorium voor onderzoek. In sommige gevallen wordt dit al voor de ingreep gedaan. Indien er een opvangzak is aangesloten heeft u verplicht bedrust om losschieten en verplaatsen van de drain te voorkomen. De inhoud van de opvangzak zal regelmatig gecontroleerd worden op kleur en hoeveelheid. 

De volgende dag wordt er ter controle opnieuw een echocardiogram gemaakt. Wanneer alle controles goed zijn en er geen vocht meer in de opvangzak loopt, wordt de opvangzak verwijderd en mag u naar huis. De uitslag van de ingreep krijgt u van de cardioloog op de afdeling. U krijgt een polikliniekafspraak voor controle bij uw behandelend arts mee. 

Uitslag

De uitslag van de ingreep krijgt u van uw behandelend arts na het onderzoek of bij uw volgend polikliniekbezoek. 

Tot slot

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, neem dan contact op met de polikliniek Cardiologie.