logo

Niet scherp zien ten gevolge van een refractieafwijking



Wat zijn refractieafwijkingen 

Om scherp te zien is het nodig dat lichtstralen uit de buitenwereld precies op het netvlies van het oog samenvallen. Bij het normale oog zorgen het hoornvlies en de lens in het oog ervoor dat bij zien in de verte op het netvlies een scherp beeld ontstaat. Scherp stellen voor dichtbij gebeurt door het instellen van de ooglens. U kunt dit vergelijken met een fotocamera: door de fotolens te verstellen zorgt u ervoor dat binnenvallende stralen zo door de lens worden gebroken, dat ze precies op de film samenkomen. Uw foto wordt dan scherp. Wanneer de sterkte van hoornvlies en ooglens niet goed in verhouding staan tot de lengte van de oogbol dan vallen de lichtstralen uit de buitenwereld bij het in de verte kijken niet precies samen op het netvlies. Er is dan geen sprake van een oogziekte of zwakte maar van een refractie- of brekingsafwijking. 

Bijziendheid
Wanneer het hoornvlies te bol is of het oog te lang dan worden de binnenvallende stralen te veel gebroken. Ze vallen dan samen op een punt dat voor het netvlies ligt. Op het netvlies zelf ontstaat geen scherp beeld; men spreekt dan van bijziendheid.

Verziendheid
Is het hoornvlies te vlak of het oog te kort dan vindt afbeelding van een voorwerp plaats achter het netvlies. Ook dan is het beeld niet scherp. Dit heet verziendheid.

Astigmatisme
Eveneens is het mogelijk dat het hoornvlies niet precies bolvormig is, waardoor de breking in de ene richting anders is dan in de andere richting. Ook dit levert een onscherp beeld op. Deze afwijking heet astigmatisme. (andere anatomische afwijkingen kunnen ook astigmatisme veroorzaken). 

Ouderdomsverziendheid
Bij het ouder worden vermindert het vermogen van de ooglens om scherp te stellen voor dichtbij. Ongeveer vanaf het veertigste levensjaar begint dit verschijnsel op te treden. De meeste mensen die tot dan toe geen bril nodig hadden, zullen nu behoefte krijgen aan een leesbril.  

Bril

Wil men bij een brekings- of refractieafwijking het beeld toch scherp op het netvlies krijgen dan heeft men een correctie nodig. De eenvoudigste manier is een bril. Om bijziendheid te verhelpen voorziet men de bril van negatieve glazen; bij (ouderdoms)verziendheid krijgt men positieve glazen. De bril om astigmatisme te verhelpen heeft cilindrische glazen. Brillen tegelijk voor dichtbij en veraf zijn verkrijgbaar met een zichtbaar, maar ook met een onzichtbaar leesstukje: het zogenaamde ‘multifocaal type’; men ziet dan niet dat er een leesdeel inzit. 

Contactlenzen

Een tweede mogelijkheid om beter te zien zijn contactlenzen. In principe zijn er twee soorten contactlenzen. Harde zuurstofdoorlaatbare lenzen; dit zijn kleine lenzen met een doorsnede van maximaal 10 mm en een levensduur van gemiddeld twee jaar. Zachte lenzen; deze lenzen zijn wat groter (14 mm). Ze zijn zacht omdat ze water opnemen. Dit verbetert het draagcomfort. Het nadeel is dat er een verhoogd risico op infectie bestaat, zeker wanneer deze lenzen dag en nacht achtereen gedragen worden. Het dag en nacht dragen van zachte contactlenzen wordt door de oogarts in de regel afgeraden. De hygiëne voor onderhoud en vervanging is dus erg belangrijk. Er zijn dag-, week-, maand- en half jaar vervangsystemen. Er bestaat de mogelijkheid om cylinder afwijkingen in lenzen aan te brengen. Ook is het mogelijk leesgedeelte aan te brengen in een contactlens. 

Operatie

Als derde mogelijkheid is er een operatie. Met de laser kan de sterkte veranderd worden. Tevens is het mogelijk om een lens aan te brengen in het oog voor de eigen lens. Voor meer informatie verwijzen wij u naar de folder ‘Refractiechirurgie’. 

Tot slot

Deze folder geeft in het kort aan wat er aan de hand kan zijn wanneer u last heeft van droge ogen. Verdere vragen kunt u het beste stellen aan uw eigen oogarts.

Contact


Polikliniek Oogheelkunde

Locatie Helmond
T: 0492 – 59 59 52

Locatie Deurne
T: 0493 – 32 89 12


© 2024 Elkerliek ziekenhuis
OOG-44272
Laatst bewerkt: 31-10-2023