Uw kind wordt opgenomen op afdeling Kind & Jeugd op
datum : ………………………….
om : ………………………… uur
Bij onderzoek van uw kind is gebleken dat de neusamandel klachten veroorzaakt. De KNO-arts heeft u daarom voorgesteld om de neusamandel van uw kind te verwijderen. In deze folder leest u meer informatie over de functie van de amandelen, over de operatie zelf, over de dagopname op afdeling Kind & Jeugd, maar ook over de periode daarvoor en erna.
In het lichaam zitten op verschillende plekken lymfeklieren. Deze klieren gaan ontstekingen tegen en zorgen zo voor een goede afweer. Op de plek waar de mond en neus overgaan naar de keel zitten ook lymfeklieren. Deze klieren vangen binnendringende ziekteverwekkers op en maken ze onschadelijk. Op een paar plaatsen zijn de lymfeklieren verdikt:
De amandelen vormen maar een klein gedeelte van het lymfekliersysteem van het lichaam. Als de amandelen worden weggehaald, heeft dit geen merkbare gevolgen voor de afweer.
Soms komen er zoveel ziekteverwekkers binnen dat de neusamandel zelf ontsteekt. De amandel wordt dan dik. Als de neusamandel ontstoken is, gaat de neus achterin dicht en heeft een kind vaak een snotneus. Andere klachten kunnen zijn: slecht slapen, snurken, veel door de mond ademen en/of steeds weer oorontstekingen.
Bij een aantal kinderen die klachten hebben van de neusamandel is er ook een probleem met de oren. In het begin zijn er vaak weinig klachten. Tijdens een verkoudheid is het gehoor van uw kind vaak tijdelijk wat slechter.
Bij een geplande dagopname is het belangrijk dat u en uw kind goed voorbereid zijn. Vertel uw kind waarom hij/zij wordt opgenomen in het ziekenhuis, ook goed. hoe lang de opname duurt en dat het verblijf tijdelijk is. De leeftijd en de aard van uw kind bepalen wat u vertelt, op welke manier en op welk tijdstip. Vertel in ieder geval zo eerlijk en eenvoudig mogelijk wat er gaat gebeuren. Bij jonge kinderen is het geven van allerlei medische details overbodig. Deze kunnen meer angst oproepen. Vertel hen vooral wat ze zullen zien, voelen, horen, ruiken en dat ze mogen huilen. Ook is het goed om eerlijk te vertellen dat ze pijn kunnen hebben na de operatie.
Onze voorlichtingsfilm vindt u op onze kinderwebsite (www.elkerliek.nl/kind). We raden u aan om deze film vóór de afspraak met de anesthesioloog samen met uw kind te bekijken, zodat eventuele vragen gesteld kunnen worden tijdens de afspraak.
Boeken die u samen kunt lezen ter voorbereiding op de dagopname:
1) Nijntje in het ziekenhuis - Dick Bruna (vanaf 2 jaar)
2) Lucas en de slaapdokter - Stefan Boonen & Birgitte Vangehuchten (vanaf 3 jaar).
3) Serie De ziekenboeg - Christine Kliphuis (vanaf 4 jaar)
Deze serie bestaat uit verschillende delen. Per deel is het verhaal toegespitst op een ziekte, aandoening of medische ingreep (bijvoorbeeld amandelen knippen, buisjes krijgen, scheve oogjes, blindedarmontsteking).
Samen met uw kind kunt u de volgende benodigde spullen inpakken:
Sieraden(oorbellen) moeten af en kunt u het beste thuis laten. Nagellak en/of gelnagels moet worden verwijderd. Houd er rekening mee dat kleding vies kan worden.
Op de dag van de operatie mag uw kind vanaf een vastgesteld tijdstip niets meer eten en/of drinken en ook niet snoepen. Dit noemen we ‘nuchter zijn’. Wat uw kind wel mag hebben, staat in de folder ‘Anesthesie voor kinderen en jongeren’.
We raden u als ouder aan om op de dag van de operatie zelf wel goed te ontbijten. Door bijvoorbeeld de spanning of de niet-alledaagse omstandigheden kunt u flauwvallen. Ontbijten verkleint de kans dat u flauwvalt.
Voordat u naar het ziekenhuis vertrekt, neemt u bij uw kind de temperatuur op en geeft u daarna een paracetamol-zetpil. U heeft de zetpil meegekregen of de dosering doorgekregen tijdens het bezoek aan de anesthesioloog. Dit is een hogere dosering dan u anders aan uw kind zou geven, maar een operatie kan pijnlijk zijn. Daarom wordt voor de operatie al begonnen met pijnbestrijding.
Heeft uw kind in de week voor de operatie pijnstillende middelen gebruikt die salicyl bevatten (zoals aspirine, dolviran, Witte Kruis® poeders, APC tabletten), dan moet u dit melden bij de polikliniek Anesthesie. Wij raden u aan om een week van tevoren deze middelen niet te geven aan uw kind. Dit zijn namelijk bloedverdunnende medicijnen die de kans op een nabloeding vergroten. Als uw kind ziek is, koorts heeft of aan het hoesten is, neem dan contact op met afdeling Kind & Jeugd. Er wordt dan overlegd of de geplande operatie door kan gaan.
Op de dag van opname meldt u zich aan de balie op afdeling Kind & Jeugd. Een verpleegkundige brengt u naar de kamer en geeft kort uitleg wat er gaat gebeuren. Meestal liggen op de kamer meer kinderen die voor een dagopname komen. Uw kind krijgt een armbandje om met daarop naam en geboortedatum. Daarna doet uw kind een schone pyjama aan. Als uw kind nog niet aan de beurt is, kan het met het aanwezige speelgoed spelen.
Een verpleegkundige rijdt, samen met u, uw kind in bed naar de operatieafdeling. Uw kind mag zijn lievelingsknuffel en eventueel een fopspeen meenemen. Medewerkers van de operatieafdeling nemen daar de zorg voor uw kind over. De verpleegkundige gaat terug naar de afdeling.
Begeleiding door een ouder
Eén van de ouders mag zijn kind ondersteunen bij de inleiding van de anesthesie en op de (kinder)verkoeverkamer. Zwangere moeders raden we af om dit te doen vanwege de aanwezigheid van narcosegassen in deze ruimtes. Vanwege hygiënevoorschriften trekt deze ouder een ziekenhuisoverall over de kleding aan, zet een operatiemuts op en doet klompen aan. Ook uw kind krijgt een operatiemuts op.
Op de operatietafel krijgt uw kind een knijpertje aan zijn wijsvinger en drie plakkers op zijn borst en buik. Deze zijn verbonden met een monitor, zodat de hartslag en ademhaling van uw kind goed in de gaten gehouden kan worden tijdens de narcose. Soms worden het knijpertje en de plakkers aangebracht als uw kind al onder narcose is. Dit gebeurt vooral bij jongere kinderen of als kinderen onrustig zijn.
De anesthesie wordt toegediend via een kapje op de neus en mond of via een naaldje in de arm of hand. Mogelijk reageert uw kind anders dan u van hem/haar gewend bent. Uw kind kan met de ogen gaan draaien of spiertrekkingen hebben in armen en benen. Dit is voor de ouder een naar gezicht, echter uw kind zal het zich niet herinneren. Probeer uw kind gerust te stellen door rustig tegen hem te praten. Als uw kind onder narcose is, wordt u uit de operatiekamer begeleid. U kunt de ziekenhuisoverall en klompen weer uitdoen, de operatiemuts afzetten en uw eigen schoenen aandoen. Daarna kunt u wachten in de wachtkamer naast de kinderverkoeverkamer of op de kamer van uw kind op de afdeling.
Het verwijderen van de neusamandel wordt adenotomie genoemd. De neusamandel wordt via de mond verwijderd. Volledige verwijdering van de neusamandel is niet mogelijk. De KNO-arts haalt het middelste, meest verdikte, gedeelte van de neusamandel weg. De neusamandel kan vanuit de randen aangroeien en na verloop van tijd weer klachten geven. Maar dat komt niet vaak voor. De operatie duurt ongeveer 10-15 minuten.
Na de operatie moet uw kind weer goed wakker worden uit de narcose. Dit gebeurt op de (kinder)verkoeverkamer (uitslaapkamer). Uw kind wordt hier in zijn bed naartoe gebracht. Zodra uw kind terug is op de (kinder)verkoeverkamer, halen we u uit de wachtkamer. Het kan zijn dat uw kind nog niet helemaal (goed) wakker is. Uw kind ligt nog aan de monitor (met een knijpertje aan de vinger en de plakkers op de borst). Ook ligt een zuurstofkapje in het bed. De meeste kinderen hebben een infuusnaaldje in hun hand. Vaak hangt hier een zak met infuusvloeistof aan.
Sommige kinderen zijn overstuur bij het wakker worden; ze huilen en zijn onrustig. Het helpt als u rustig tegen uw kind praat en hem probeert gerust te stellen. Veel kinderen vinden het fijn om bij hun vader of moeder op schoot te zitten.
Het kan zijn dat een beetje bloed en vocht uit de neus en mond van uw kind komt. Als u merkt dat uw kind veel slikt, stimuleer uw kind dan om dit uit te spugen in een bakje of handdoek. Het is goed om uw kind te vertellen dat het normaal is, dat dit bloed is. Sommige kinderen kunnen (oud) bloed overgeven.
Als uw kind terug is op de afdeling, krijgt uw kind meteen koud drinken en een boterham aangeboden. Drinken kan pijn doen. Ook het slikken en kauwen kan pijnlijk zijn. Het is wel belangrijk dat uw kind drinkt. Door het koude drinken trekken de bloedvaten in de keel sneller dicht. Geef uw kind in het begin om de tien minuten een paar slokjes te drinken om te voorkomen dat de keel droog wordt. U kunt uw kind helpen door hem te prijzen voor ieder slokje of glas drinken dat hij opdrinkt.
Bij pijn krijgt uw kind een paracetamol-zetpil. De verpleegkundige komt uw kind regelmatig controleren.
Sommige kinderen zijn misselijk na de operatie. Ze kunnen bloed overgeven. Meestal is dit oud bloed (donkerrood of bruin van kleur) dat uw kind tijdens de operatie heeft ingeslikt. Het is goed om uw kind aan te sporen om het bloed in de mond uit te spugen en niet door te slikken. Uw kind krijgt hiervoor een speciaal spuugbakje.
Sommige kinderen hebben na de operatie tijdelijk een andere stem. Uw kind kan door de neus gaan praten. Dit heet een ‘open neusspraak’. Soms is de stem wat hoger geworden. Meestal is deze veranderde stem tijdelijk.
Na een paar uren mag uw kind meestal naar huis. U krijgt een controleafspraak mee naar huis. De verpleegkundige zal vertellen waar u thuis op moet letten en wat uw kind wel en niet mag doen. Ook krijgt u richtlijnen mee over het gebruik van pijnstillers. Geadviseerd wordt om paracetamol-zetpillen voor uw kind in huis te halen.
We raden u aan om u op te laten halen uit het ziekenhuis, zodat u niet alleen met uw kind in de auto naar huis hoeft te rijden. Gebruik maken van openbaar vervoer of een (brom)fiets wordt afgeraden.
Heeft u nog dringende vragen over de opname, neem dan contact op met de afdeling Opname en Planning, telefoonnummer 0492 – 59 59 65. Voor andere vragen kunt u terecht bij uw specialist.
Tegenwoordig wordt de mening van kinderen steeds serieuzer genomen. Zij worden zoveel mogelijk betrokken bij zaken die hen aangaan, ook in de gezondheidszorg. Net als volwassenen hebben kinderen patiëntenrechten. Deze zijn vastgelegd in de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO) en onderscheidt drie leeftijdsgroepen:
De site www.jadokterneedokter.nl geeft op een speciaal voor kinderen aangepaste manier informatie over de WGBO.
Het kan voorkomen dat u over sommige onderdelen van de behandeling of het verblijf in het ziekenhuis minder of niet tevreden bent. Als u klachten of problemen heeft, bespreek deze dan in eerste instantie met de behandelend arts of de afdelingsmanager van de afdeling. Zij zijn bereid met u te overleggen en te zoeken naar een oplossing. Mocht dit niet tot het gewenste resultaat leiden, dan kunt u met uw klacht terecht bij de afdeling Cliëntenbelangen. Voor meer informatie hierover verwijzen wij u naar de folder ‘Klachten, suggesties of complimenten?’.
Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, neem dan contact op met de afdeling Kind & Jeugd, telefoonnummer 0492 – 59 56 25.
Meer informatie over behandelingen en ziekten van keel, neus en oren kunt u lezen op de website www.kno.nl.
Wilt u meer informatie over het Elkerliek ziekenhuis, de polikliniek KNO en afdeling Kind & Jeugd, kijkt u dan op www.elkerliek.nl.
Locatie Helmond
T: 0492 – 59 59 56
Locatie Deurne
T: 0493 – 32 89 16
T: 0492 – 59 56 25
T: 0492 – 59 52 70
T: 0492 – 59 59 65
T: 0492 – 59 55 71
Copyright 2024 Elkerliek
Deze website maakt gebruik van cookies.