Deze folder geeft u informatie over de middenrifbreuk (hernia diafragmatica) en de mogelijke behandeling. Het is goed u te realiseren dat dit algemene informatie is en het verloop bij u anders kan zijn.
Het middenrif is een spierplaat, die de borstholte scheidt van de buikholte. In het middenrif zit een smalle opening, waar de slokdarm doorheen loopt van borstholte naar buikholte.
Als de opening tussen borst- en buikholte wat wijder is dan normaal wordt dat een middenrifbreuk (sliding hernia) genoemd. Een middenrifbreuk zelf geeft geen klachten. Klachten ontstaan pas als de maag of een gedeelte van de maag door de wijdere opening in het middenrif omhoog komt. Het sluitspiertje tussen de slokdarm en de maag sluit dan soms niet goed. Hierdoor kan de maaginhoud gemakkelijk omhoog de slokdarm in stromen (reflux). De slokdarm is niet tegen het maagzuur bestand en kan geïrriteerd raken en ontsteken. Wanneer de opening zo groot is dat een deel van de maag erdoor in de borstholte terechtkomt, spreken we van een maagbreuk.
Als maaginhoud omhoog stroomt in de slokdarm, kunt u klachten krijgen zoals:
Klachten van brandend maagzuur komen veel voor. Soms zijn de klachten het gevolg van een middenrifbreuk, maar er zijn ook nog andere mogelijke oorzaken.
Mogelijke onderzoeken om diagnose vast te stellen zijn:
Bij een middenrifbreuk kunnen medicijnen de reflux en de daarbij horende klachten verminderen. In gevallen waar dit niet lukt, kan een operatie overwogen worden. Door een soort plooiing van de maag wordt dan bij de overgang van de slokdarm naar de maag een afsluiting (‘manchet’) gemaakt. Voedsel komt van de slokdarm wel gewoon in de maag terecht, maar de manchet voorkomt dat maag- en galsappen terugstromen in de slokdarm.
De meest voorkomende operatietechniek is de operatie via de buik volgens Nissen. Tijdens de operatie wordt de bovenkant van de maag losgemaakt van de milt en de lever. Het deel van de maag dat in de borstholte ligt, wordt teruggetrokken in de buikholte. De overgang van de maag naar de slokdarm wordt vrijgemaakt. De chirurg maakt vervolgens een plooi van de bovenkant van de maag. Deze plooi wordt als een manchet onder de slokdarm doorgedraaid en vastgehecht.
De maag wordt op zijn plaats gebracht en de breuk wordt hersteld.
De bovenkant van de maag wordt losgemaakt en om de slokdarm gedraaid.
De om de slokdarm gedraaide flap wordt vastgehecht.
Kijkoperatie volgens Nissen.
De operatie vindt meestal via een kijkoperatie (laparoscopie) plaats. Het kan ook via een gewone operatie (klassieke operatie) worden uitgevoerd.
Bij een kijkoperatie maakt de chirurg vijf kleine gaatjes in de buikwand en wordt er CO2-gas ingeblazen. Dit gas is onschadelijk en wordt door uw lichaam weer uitgescheiden. Het zorgt ervoor dat uw buikwand van de organen wordt gescheiden. Zo heeft de chirurg voldoende ruimte en zicht om de operatie uit te voeren. Door de gaatjes brengt de chirurg verschillende instrumenten naar binnen om de operatie uit te voeren. Op een beeldscherm kan de chirurg zijn eigen handelingen volgen. Een voordeel van deze methode ten opzichte van de 'klassieke' operatie is dat de opnameduur en de herstelperiode vaak korter is, doordat de wond veel kleiner is.
In sommige gevallen is een kijkoperatie niet mogelijk, bijvoorbeeld door littekenweefsel van een eerdere buikoperatie. Er wordt dan een klassieke operatie uitgevoerd. De chirurg maakt een snee in de buik. Dit betekent dat u een groter litteken heeft, de ziekenhuisopname langer duurt. U moet rekening houden met een herstelperiode van 6 weken tot 3 maanden.
Geen enkele operatie is zonder risico's. Naast de gebruikelijke risico’s zoals nabloeding, wondinfectie en trombose kunnen de volgende complicaties optreden:
Wanneer u terug bent op de verpleegafdeling voert de verpleegkundige de nodige controles uit. U heeft een infuus, neussonde en een blaaskatheter in. De pijn wordt bestreden via een dun slangetje in de rug.
Ter controle wordt er na één dag een slikfoto gemaakt.
Geleidelijk gaat het drinken beter en wordt het eten uitgebreid (eerst vloeibaar, daarna vaste voeding).
Meestal mag u na drie á vier dagen naar huis. Afhankelijk van de soort operatie en uw persoonlijke situatie ondervindt u na ontslag nog enige tijd hinder van de operatie. U krijgt een controleafspraak mee.
In de volgende situaties is het belangrijk dat u contact opneemt:
Neem bij veranderingen of twijfel tijdens kantooruren contact op met de polikliniek chirurgie. Bij dringende vragen die niet kunnen wachten tot de volgende werkdag, kunt u contact opnemen met de Spoedeisende hulp.
Heeft u na het lezen van deze brochure nog vragen, neem dan contact op met de polikliniek chirurgie.
Locatie Helmond
T: 0492 – 59 59 61
Locatie Deurne
T: 0493 – 32 89 21
T: 0492 – 59 55 71
Copyright 2024 Elkerliek
Deze website maakt gebruik van cookies.