logo

Mictiecystogram bij kinderen - Onderzoek van de blaas



Uw kind wordt opgenomen op afdeling Kind & Jeugd op
datum : ………………………….
om : ………………………… uur

U heeft met uw behandelend arts afgesproken, dat er binnenkort een mictiecystogram bij uw kind gemaakt wordt. Bij een mictiecystogram maakt men met behulp van röntgenstralen en contrastvloeistof foto’s van de blaas, blaasuitgang en de plasbuis. In deze folder informeren wij u over dit onderzoek. 

Voorbereiding thuis

Voor het onderzoek is thuis geen speciale voorbereiding nodig. Uw kind mag gewoon eten en drinken. Wel is het fijn wanneer uw kind op de dag van het onderzoek loszittende kleding draagt.
Meenemen op de dag van het onderzoek:

●        een lievelingsknuffel en/of een speen 
●        reserve ondergoed en onderkleding.  

Belangrijk
Ter voorkoming van een blaasontsteking, is het belangrijk dat uw kind 3 dagen antibiotica inneemt: de dag vóór het onderzoek moet u al in de ochtend de eerste gift geven
De tweede gift geeft u ’s avonds op de dag vóór het onderzoek. Ook de dag van het onderzoek zelf, en de dag ná het onderzoek geeft u uw kind nog antibiotica in de ochtend en de avond. 

Wanneer uw kind al antibiotica gebruikt ter voorkoming van een blaasontsteking, dan moet uw kind op de dag vóór het onderzoek, de dag van het onderzoek en de dag na het onderzoek (dus 3 dagen) de antibiotica 2 keer innemen in plaats van de gebruikelijke 1 keer per dag, dus een dosis in de ochtend en een dosis in de avond. 

Straling en zwangerschap
Om organen en bloedvaten zichtbaar te maken, worden röntgenstralen gebruikt. Straling kan schadelijk zijn voor een ongeboren kind, daarom is het belangrijk om te weten of u (mogelijk) zwanger bent. Als u zwanger bent of zou kunnen zijn, kunt u tijdens het onderzoek niet bij uw kind zijn.  

In het ziekenhuis

Samen met uw kind meldt u zich op de afgesproken tijd op afdeling Kind & Jeugd (begane grond). Een verpleegkundige maakt u wegwijs en brengt jullie naar de onderzoekkamer.  

Voorbereiding onderzoek

Een pedagogisch medewerker of kinderverpleegkundige bereidt u en uw kind voor. Ze vertelt wat er gaat gebeuren. Ze laat hierbij de benodigde materialen en handelingen zien. Hierbij gebruikt ze vaak een pop om het voor te kunnen doen. 

Uw kind trekt de onderkleding uit en gaat op de onderzoektafel liggen. Uw kind moet de benen spreiden, anders kan de kinderverpleegkundige niet goed bij de plasser of plasgaatje van uw kind. De kinderverpleegkundige trekt handschoenen aan. Ze maakt de plasbuisopening en omgeving met een nat watje schoon. Dit voelt koud aan. Daarna wordt er een dun slangetje via de plasbuis naar de blaas ingebracht (blaaskatheter). Op het uiteinde van de blaaskatheter wordt een verdovende gel gesmeerd. Om de blaaskatheter op de juiste plek in te brengen, moet de kinderverpleegkundige de plasser of plasgaatje vastpakken en vasthouden. De meeste kinderen vinden het inbrengen van de blaaskatheter niet prettig.  

Het is belangrijk dat uw kind met de benen gespreid goed stil blijft liggen. Voor veel kinderen is dit moeilijk. U als ouder kan uw kind helpen door het af te leiden en gerust te stellen. De pedagogisch medewerker ondersteunt u en uw kind en kan verschillende materialen aanbieden ter afleiding.                  

Zodra de blaaskatheter goed zit, spuit de kinderverpleegkundige in een zijstukje van de blaaskatheter water. Hierdoor wordt het ballonnetje aan het uiteinde van de blaaskatheter opgeblazen. Dit zorgt ervoor dat de blaaskatheter goed blijft zitten en er niet uit kan vallen. Ze haalt urine uit de blaaskatheter voor onderzoek. Uw kind voelt hier niets van. De blaaskatheter wordt met een dopje afgesloten en met een pleister op het been van uw kind vastgeplakt. Daarna kan uw kind zich weer aankleden. Het kan zijn dat uw kind het gevoel heeft te moeten plassen, dit is normaal. Vaak helpt afleiding, bijvoorbeeld een spelletje doen, om er minder aan te denken. De kinderverpleegkundige brengt jullie naar de afdeling Radiologie. 

Het onderzoek

Het onderzoek op de afdeling Radiologie duurt ongeveer 15 tot 30 minuten. Het maken van röntgenfoto’s is niet pijnlijk. 

Vanwege de straling die vrijkomt, staat de laborant tijdens het maken van röntgenfoto’s achter een raam. Als u een loodschort draagt, mag u tijdens het maken van de foto’s bij uw kind blijven. U kunt dan uw kind zo nodig geruststellen.  

Voor dit onderzoek wordt de onderkleding uitgetrokken. Uw kind ligt met gestrekte benen op een röntgentafel. Eerst wordt er een overzichtsfoto van de buik gemaakt. Daarna sluit de laborant een infuusslangetje aan op de blaaskatheter en laat hier enkele minuten contractvloeistof inlopen. Dit doet geen pijn. Deze contrastvloeistof zorgt ervoor dat de blaas zichtbaar is op de foto’s. Mogelijk krijgt uw kind aandrang om te plassen, omdat de blaas gevuld wordt. Het is belangrijk dat uw kind nu nog niet gaat plassen.  Zodra de blaas voldoende gevuld is, worden er weer enkele foto’s gemaakt. Hierna haalt de laborant de blaaskatheter eruit. Het ballonnetje van de blaaskatheter wordt leeggelaten, waardoor deze er makkelijk uit gaat. Dit kriebelt een beetje, maar doet geen pijn.  Daarna worden er foto’s gemaakt terwijl uw kind plast. De laborant geeft duidelijk aan wanneer uw kind mag plassen. Soms plast uw kind in een soort zwemband of op een celstofmatje. Bij jonge kinderen duwt de laborant soms met de handen op de onderbuik van uw kind. Hierdoor wordt druk uitgeoefend op de blaas om zo het plassen te stimuleren. Na het uitplassen worden er nog enkele foto’s gemaakt om te kijken of de blaas weer helemaal leeg is. Na het maken van de foto’s is het onderzoek klaar en kunnen jullie naar huis. 

Uitslag

De behandelend arts bespreekt met u de uitslag van het onderzoek. Na het onderzoek wordt hiervoor een afspraak gemaakt.  

Weer thuis

Het is belangrijk dat uw kind extra drinkt. Dit zorgt ervoor dat de contrastvloeistof sneller wordt uitgeplast. Het plassen kan nog enige tijd branderig aanvoelen. Doordat de wand van de plasbuis tijdens het inbrengen van de blaaskatheter wat geïrriteerd is, zit er mogelijk wat bloed bij de urine. 

Ter voorkoming van een blaasontsteking, is het belangrijk dat uw kind 3 dagen antibiotica inneemt: de dag vóór het onderzoek moet u al in de ochtend de eerste gift geven. De tweede gift geeft u ’s avonds op de dag vóór het onderzoek. Ook de dag van het onderzoek zelf, en de dag ná het onderzoek geeft u uw kind nog antibiotica in de ochtend en de avond. 

Wanneer uw kind al antibiotica gebruikt ter voorkoming van een blaasontsteking, dan moet uw kind op de dag vóór het onderzoek, de dag van het onderzoek en de dag na het onderzoek (dus 3 dagen) de antibiotica 2 keer innemen in plaats van de gebruikelijke 1 keer per dag, dus een dosis in de ochtend en een dosis in de avond.

Verhinderd

Als uw kind door ziekte, in contact is geweest met een kinderziekte of om een andere reden verhinderd is, neem dan direct contact op met afdeling Kind & Jeugd. 

Tot slot

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, dan kunt u contact opnemen met afdeling Kind & Jeugd. 

Contact


Afdeling Kind & Jeugd

T: 0492 – 59 56 25

Medisch pedagogisch zorgverlener

T: 0492 – 59 52 70

Afdeling Radiologie

Locatie Helmond
T: 0492 – 59 56 04


© 2024 Elkerliek ziekenhuis
KIN-40230
Laatst bewerkt: 3-9-2024