U bent in het Elkerliek ziekenhuis opgenomen of op de polikliniek geweest omdat er een longembolie bij u is vastgesteld. In deze folder leest u informatie over een longembolie en krijgt u leefregels en adviezen over eventuele antistolling voortzetting in de toekomst.
Kleine delen van een bloedstolsel kunnen soms losschieten en ergens anders in het lichaam een bloedvat afsluiten. Een losgeschoten stolsel heet een embolus. Omdat de bloedsomloop van het aderlijke systeem naar de long toe gaat, is het mogelijk dat een stolsel in een bloedvat van de long belandt. Wanneer dit stolstel een longslagader geheel of gedeeltelijk afsluit, spreekt men van een longembolie. Dit losgeschoten stolsel is vaak afkomstig van trombose in het been, bekken of de buik.
De klachten die u kunt krijgen van een longembolie zijn afhankelijk van de plaats en de mate van afsluiting van takken van de longslagader. Ook uw eigen algehele gezondheidstoestand is van invloed. Een kleine longembolie kan weinig tot geen klachten geven.
Klachten die u kunt krijgen bij een longembolie:
Wanneer heeft u meer kans op een longembolie?
U loopt meer risico op een longembolie door een bloedprop die ontstaat in de bloedvaten door:
Om vast te stellen of er sprake is van een longembolie krijgt u een lichamelijk onderzoek. En in de meeste gevallen een specifiek bloedonderzoek. Daarna kan er gekozen worden voor röntgenfoto’s, een scan en aanvullende bloedonderzoeken. Soms is een echo van de (been)vaten nodig bij een verdenking op een diepe veneuze been trombose.
Het doel van de behandeling is het voorkomen van uitbreiding van de trombose en embolie en het oplossen van de bestaande stolsels. Daarnaast worden ook de verschijnselen behandeld.
Antistollingsmedicatie
Er wordt meestal gestart met medicijnen die de stolling van het bloed tegen gaan. In de volksmond worden deze vaak bloedverdunners genoemd. De behandeling start meestal met Apixaban twee maal daags twee tabletten van 5mg gedurende de eerste week. Daarna moet u minimaal drie maanden Apixaban twee maal daags 1 tablet van 5mg innemen. De ernst en de oorzaak van de longembolie bepalen hoe lang u deze tabletten moet innemen. Na drie maanden zal samen met u gekeken worden of de behandeling doorgezet moet worden of gestaakt kan worden. Nadrukkelijk beslist u dit samen met uw behandeld arts (‘shared decision’). Wanneer er meerdere gezondheidsproblemen spelen kan er soms gekozen worden voor het starten van andere bloedverdunners zoals acenocoumarol of trombosespuitjes. Dit wordt altijd in overleg met een arts besloten.
Belangrijke aanvullende opmerkingen
Indien u levenslang Apixaban moet gebruiken, bijvoorbeeld bij longembolie, dient u 1 maal per jaar een bloedonderzoek te krijgen in verband met de nierfunctie. Dit kan bij uw huisarts of longarts. DIT IS BELANGIJK VOOR UW EIGEN VEILIGHEID. De afweging om dóór te gaan met de behandeling van Apixaban is altijd in overleg met u.
Bij een spontane longembolie zonder duidelijke uitlokkende factor is de kans op het opnieuw krijgen van een longembolie (genoemd: recidief longembolie) ongeveer 30 % in een periode van 5 tot 10 jaar. Met het langdurig gebruik van orale antistolling is er een zeer kleine kans op een recidief, maar is er wel een iets verhoogde kans op het krijgen van een bloeding.
Wanneer u zich goed voelt en de observatietijd is verstreken mag u naar huis. Voor een goed herstel en het voorkomen van klachten is het belangrijk de volgende leefregels en adviezen op te volgen:
Leefregels en adviezen
Wees alert, antistollingsmiddelen zorgen ervoor dat u sneller blauwe plekken kan krijgen, wondjes langer open blijven en u last van bloedneuzen kan krijgen.
Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen dan kunt u terecht bij uw behandelend arts of de polikliniek Longgeneeskunde.
Locatie Helmond
T: 0492 – 59 59 53
Locatie Deurne
T: 0493 – 32 89 13
Copyright 2024 Elkerliek
Deze website maakt gebruik van cookies.