U heeft diabetes mellitus en u heeft een insulinepomp of gaat hiervoor een insulinepomp gebruiken. De diabetesverpleegkundige heeft u informatie gegeven over de instellingsfase en de mogelijke acties bij eventuele ontregelingen. De informatie over de instellingsfase en de hypo- en hyperglycemische ontregelingen is in deze folder voor u gebundeld. Daarnaast geven wij u praktische tips. Deze informatie is alleen bedoeld voor mensen die insuline (gaan) gebruiken door middel van een insulinepomp.
Als u ondanks de voorgestelde maatregelen het probleem niet kunt oplossen, neem dan contact op met de diabetesverpleegkundige, telefoonnummer 0492 – 59 59 71 of stuur een bericht via de Beterdichtbij app.
Ook kunt u contact opnemen via e-consult. Op MijnElkerliek (www.elkerliek.nl/mijnelkerliek) logt u in met DigiD en een SMS verificatie.
Mocht het niet lukken de diabetesverpleegkundige te bereiken dan is de polikliniek diabeteszorg tijdens kantooruren telefonisch bereikbaar via telefoonnummer 0492 – 59 59 59.
Buiten kantoortijden kunt u het beste contact opnemen met de afdeling Spoedeisende hulp, telefoon 0492 – 59 55 71.
Indien er zich technische problemen voordoen met de insulinepomp die u zelf niet kunt oplossen, neem dan rechtstreeks contact op met de leverancier van de insulinepomp via het alarmnummer. Dit telefoonnummer vindt u bij de gebruiksaanwijzing van uw insulinepomp.
Leverancier insulinepomp: telefoonnummer ……………………………………
Wanneer u overweegt om over te stappen op een insulinepomp dan is het goed om u vooraf te verdiepen in de voor- en nadelen hiervan. Ook al weet u veel over de behandeling van diabetes, toch moet u leren hoe u die kennis specifiek toepast op insulinepomptherapie. Daarnaast is het belangrijk om te bepalen met welk doel u een insulinepomp zou willen. Stel uzelf de volgende vraag: “Wat moet een insulinepomp mij opleveren?” In de overweging kan het helpen om gestelde doelen voor uzelf te noteren. Bespreek deze doelen met uw diabetesverpleegkundige of arts en bekijk samen of het haalbare doelen zijn.
Uw diabetes behandelteam denkt graag met u mee en bespreekt diverse zaken met u om te bepalen of een insulinepomp een goede keuze is. Er zijn een aantal dingen noodzakelijk die u moet doen en kunnen voordat u overgaat op een insulinepomp:
Uw diabetes behandelteam stelt u vragen over het ziektebeeld diabetes en wil graag weten hoe u nu handelt in speciale situaties zoals sport, ziekte en feestjes. U wordt gevraagd een eetdagboek in te vullen, waarna samen met u gekeken wordt hoe het gaat met het tellen van de koolhydraten. Wanneer u last heeft van psychische problemen (bijvoorbeeld u maakt zich meer zorgen, zit niet lekker in uw vel, bent vaak verdrietig, of heeft moeite met het omgaan met de diabetes) is het nodig om hierover te praten met iemand van het diabetes behandelteam. Zeker de psycholoog kan u hierin ondersteuning bieden. Het kan namelijk zijn dat een insulinepomp op dat moment geen goede keuze is.
Om een goede, weloverwogen keuze te maken heeft u informatie nodig. Uw diabetesverpleegkundige kan u informeren over:
U mag van uw diabetesverpleegkundige verwachten dat zij informatie geeft over de werking van een pomp, voorbeelden van hoe u een pomp aan uw lichaam draagt en de verschillende toedieningssystemen laten zien. Ook is er de mogelijkheid om een (dummy) pomp op proef, zonder insuline, aan uw lichaam te dragen en een paar dagen en nachten thuis uit te proberen. Zo weet u al na een aantal dagen wat de praktische zaken zijn die u tegen kunt komen.
Neem de tijd om een weloverwogen beslissing te nemen om wel/niet over te gaan op een insulinepomp. De fase van overweging kan uiteenlopen van een paar weken tot enkele maanden. Door een goede voorbereiding heeft de insulinepomptherapie meer kans van slagen!
Mogelijk adviseert uw diabetesbehandelteam om nog te wachten met insulinepomptherapie. Bespreek samen wat er nodig is om te kunnen starten met een insulinepomp als u dit heel graag wilt.
Wanneer u samen met het diabetesteam heeft besloten dat een insulinepomp écht iets voor u is, dan heeft u verschillende gesprekken op de polikliniek. In principe heeft u met de arts en psycholoog geen gesprekken meer, alleen als u dat zelf wilt of nodig vindt. U heeft minimaal een gesprek met een diëtist over het effect voeding en koolhydraten tellen. Met de diabetesverpleegkundige heeft u ongeveer drie tot vier gesprekken van 30 – 60 minuten. Dit hangt af van de hoeveelheid informatie die u nodig heeft en welke pomp u kiest. Ook moet u uzelf niet gedwongen voelen tot een snelle keuze maar kan het juist goed zijn om hierin wat extra (bedenk)tijd te nemen. U kiest tenslotte een pomp voor minimaal vier jaar of soms zelfs langer aan de hand van afspraken die gemaakt zijn vanuit de zorgverzekeraar.
De diabetesverpleegkundige regelt de aanvraag voor uw insulinepomp. U krijgt van de fabrikant een telefoontje voor de uitleg van de insulinepomp bij u thuis. Deze uitleg door een pomptrainer duurt ongeveer anderhalf uur. Het is belangrijk dat er iemand (partner, mantelzorger) aanwezig is bij deze uitleg.
Voordat u gaat starten met insulinepomptherapie moet u veel praktische zaken weten. Het gaat dan om technische vaardigheden en om het toepassen van diverse pompfuncties. We lichten dit tijdens de gesprekken op de poli toe.
Deze technische vaardigheden leert u:
Voorlichting krijgt u over onderstaande toepassingen pompfuncties:
Er wordt van u verwacht dat u thuis oefent met de insulinepomp omtrent bovenstaande onderwerpen. Op deze manier bent u goed voorbereid en zult u minder onzeker zijn. Samen met uw diabetesverpleegkundige kijkt u wat u moet doen bij hoge en lage glucosewaardes en welke pompfuncties voor u in verschillende situaties nodig zijn (bijvoorbeeld sport, ziekte en vakantie). U krijgt uitleg over alle materialen die u nodig heeft en wat u concreet moet bestellen bij de hulpmiddelenleverancier. U heeft voorbeeld meer strips nodig omdat u de eerste paar weken zeven tot acht keer per dag een bloedsuiker moet prikken.
Ook is het belangrijk dat u ervoor zorgt dat voordat u start met de insulinepomp het uitleessysteem op de computer geregeld is. Dit kost soms extra tijd en daarom is het goed om dat niet pas te doen als u de insulinepomp al draagt.
Samen met de diabetesverpleegkundige neemt u de behandelovereenkomst door die nodig is voor de start van insulinepomptherapie. Hierin staat beschreven wat het doel is wat u voor ogen heeft, wat u van ons als diabetesteam mag verwachten en wij van u verwachten.
Eerste week
U heeft misschien lang uitgekeken naar de dag van de aansluiting. Het starten met de pomp is aan het begin van de week (maandag of dinsdag). Tijdens de afspraak die een uur duur, sluit u zelf de insulinepomp aan. De diabetesverpleegkundige helpt u waar nodig. Er wordt een afspraak gemaakt over het dagelijkse contact (telefonisch, via e-consult of op de polikliniek). De diabetesverpleegkundige is gedurende 7 dagen 24 uur telefonisch bereikbaar. U kunt altijd vragen stellen als u niet zeker weet wat u moet doen. U moet acht keer per dag een glucose meten (voor de maaltijd, anderhalf tot twee uur na de maaltijd, voor het slapen gaan en in de nacht).
De streefwaarden voor de bloedglucose zijn:
Het doel van de eerste week is om zo snel mogelijk de nacht en de nuchtere glucose goed te hebben zodat de nachtelijke glucose controle niet meer nodig is. Om in de eerste week te beoordelen wat het effect is van de basaal stand is het advies om tijdens deze week uw eetpatroon zo stabiel mogelijk te houden. Voer alleen de gewone activiteiten uit die u altijd doet.
Na de eerste week zult u samen met de diabetesverpleegkundige bekijken hoeveel controle afspraken er nodig zijn. Soms kan het fijn zijn om nog een extra gesprek te hebben op de poli. Maar soms is het ook goed om alleen elke week de pomp uit te lezen en een mail te sturen met extra informatie.
Het is van belang dat u regelmatig uw pomp uitleest. Over de frequentie hiervan worden afspraken gemaakt met het diabetesteam. Het snel kunnen uitlezen maakt dat u sneller rapporten kan beoordelen. Als u de pomp heeft uitgelezen en de diabetesverpleegkundige moet u adviseren schrijf dan uw bevindingen op onderstaande vragen in de e-mail:
De diabetesverpleegkundige legt uit welke rapporten voor u het meest nuttig zijn om te bekijken. Hopelijk kunt u op grond van de rapportage zelf beslissingen nemen met betrekking tot het aanpassen van pompinstellingen.
Tweede week
Derde en vierde week
De diëtist vormt een belangrijk onderdeel van het diabetesteam. Voordat u start met de pomptherapie (her)berekent de diëtist de koolhydraatratio naar aanleiding van het door u ingevulde eetdagboek. Ook wordt het eetdagboek gebruikt om het koolhydraten tellen te evalueren. Bij pomptherapie is een juiste telling zeer belangrijk! Ook worden de effecten van bepaalde voedingsgewoonten en producten besproken geeft de diëtist waar nodig advies.
Oorzaak traceren pomp
Overige oorzaken
Maatregelen bij niet ziek zijn
Voorbeeld
Glucose is 22 mmolà correctiebolus toedienen met de pompà glucose prikken na twee uur à 1/3 deel van 22 is 7 mmol à waarde moet na twee uur gedaald zijn naar 15 mmol (22-7=15) à indien onvoldoende gedaald dan canule vervangen en opnieuw correctiebolus geven met de pomp.
Maatregelen bij ziek zijn
Voorbeeld
Glucose is 27 mmolà advies boluscalculator spuiten met de pen à 1/3 deel van 27 is 9 mmolà waarde moet na twee uur gedaald zijn naar 18 mmol of lager (27-9=18) à bolusadvies pomp is dan bijvoorbeeld 5 Eà de helft van 5 E = 2,5 E à geef bolus van 7,5 E met pomp.
Dalen de waardes niet of u wordt zieker, dan direct contact opnemen met het ziekenhuis. Binnen kantoortijden met de diabetesverpleegkundige. Buiten kantoortijden belt u met de Spoedeisen hulp, telefoonnummer 0492 – 59 55 71 (dus niet met de huisartsenpost). De diabetesverpleegkundige kan bij een ontregeling met hoge waardes adviseren om met uw eigen pennaalden dichtbij de knie of in de zijkant van het bovenbeen te spuiten. De insuline komt dan in een spier terecht en wordt sneller opgenomen, zodat de waardes sneller dalen.
Overleg met diabetesteam als er sprake is van hoge waardes.
Oorzaak traceren
Maatregelen
Aanpassing van de basale stand
Uitgangswaarde | Verhoging of verlaging |
< 0.25 E per uur | 0.025 E per uur |
0.25 – 0.5 E per uur | 0.05 E per uur |
0.5 – 1.5 E per uur | 0.10 E per uur |
1.5 – 2.5 E per uur | 0.20 E per uur |
2.5 – 3.5 E per uur | 0.30 E per uur |
>3.5 E per uur | 0.40 E per uur |
Voorbeeldschema
Licht | Middelzwaar | Zwaar | |
Maaltijdbolus | 50-100% | 50% | 0-50% |
Basale snelheid tijdens sporten | 50% | 0% | 0% + extra koolhydraten |
Basale snelheid na sporten | 100% | 100% | 75% |
Zorg dat u onderstaande materialen thuis op voorraad heeft:
Let op de vervaldatum van GlucaGen®, batterijen en eventuele medicatie die u niet zo vaak gebruikt!
Al deze informatie kan voor u nogal overweldigend zijn, maar laat uzelf niet afschrikken. Het beginnen met insulinepomptherapie is een proces waarbij meerdere voorlichtings-of trainingssessies met de diabetesverpleegkundige of pomptrainer noodzakelijk zijn. Door de intensieve voorbereiding gaat u over kennis en vaardigheden beschikken die bijdragen aan een succesvolle pomptherapie.
Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, neem dan contact op met de diabetesverpleegkundige, telefoonnummer 0492 – 59 59 71 of stuur een bericht via de Beterdichtbij app.
Locatie Helmond
T: 0492 – 59 59 59
Locatie Deurne
T: 0493 – 32 89 19
T: 0492 – 59 59 71
E: dvk@elkerliek.nl
T: 0492 – 59 55 60
E: die@elkerliek.nl
T: 0492 – 59 55 71
Copyright 2024 Elkerliek
Deze website maakt gebruik van cookies.