logo

Buttonhole aanprikmethode



Buttonhole aanprikmethode bij dialyse

Bij de Buttonhole aanprikmethode wordt de shunt iedere keer op precies dezelfde wijze aangeprikt. Door steeds op dezelfde plaats, vanuit dezelfde hoek en even diep te prikken, ontstaat er na ongeveer twee tot drie weken een ‘tunneltje’ door de huid boven de shunt. Het tunneltje wordt gevormd door littekenweefsel, vergelijk het met een oorbelgaatje (zie afbeelding rechts). Dit tunneltje wordt daarna steeds gebruikt om de shunt aan te prikken. Door deze methode wordt slechts een klein stukje shunt belast, zonder dat er dunne plekken ontstaan. Deze methode wordt alleen uitgevoerd op shunts van eigen bloedvaten.

De voordelen van de Buttonhole aanprikmethode zijn:

  • het aanprikken van de shunt is minder pijnlijk;
  • misprikken gebeurt minder;
  • minder blauwe plekken;
  • minder littekenvorming;
  • maar twee korstjes zichtbaar op de arm;
  • ideaal voor “zelfprikkers”;
  • minder bloeden langs de naald. 

Het nadeel van deze methode is een verhoogde kans op infectie van de shunt. 

Werkwijze

De nefroloog en de verpleegkundige van de Vaatwerkgroep bepalen in overleg met u of u in aanmerking komt voor de Buttonhole aanprikmethode. Om een goede Buttonhole te maken, is het zeer belangrijk dat het aanprikken van de shunt iedere keer weer op dezelfde manier plaatsvindt. De aanleg gebeurt door maximaal twee of drie vaste verpleegkundigen. Mogelijk vragen wij u om op een andere dag te dialyseren dan u gewend bent, in verband met de personeelsplanning op de Dialyseafdeling. De eerste keer bekijken wij welke prikplaatsen geschikt zijn om een Buttonhole aan te leggen. Gedurende twee tot drie weken zal de Buttonhole dan aangelegd worden. De eerste keer gebeurt het aanprikken met scherpe naalden zoals u gewend bent. Na een of twee keer zal aangeprikt worden met botte naalden.

Om een goed Buttonhole tunneltje aan te leggen, is het van belang dat de shunt iedere keer op precies dezelfde manier wordt aangeprikt. Daarom maken we bij de eerste keer aanprikken verschillende foto’s. Op die manier is het voor iedereen duidelijk waar en hoe geprikt moet worden. De eerste twee tot drie weken wordt een kleine plug in het prikgaatje geplaatst en afgedekt met een pleister.                  

Na de aanleg van de Buttonhole worden deze plugjes weggelaten.

De tunnel is dan goed gevormd en stevig genoeg. Er komen korstjes op de aanprikplaats die voor het aanprikken worden verwijderd. De stompe naald wordt in het tunneltje geschoven. Om het korstje makkelijk te verwijderen, adviseren wij om deze thuis een uur voor het aanprikken in te smeren met Chloorhexidine zalf. Na de dialyse wordt een pleister op de Buttonhole geplakt. 

Advies tijdens het aanlegfase Buttonhole

  • Wij raden u aan om niet te baden, naar de sauna te gaan of te gaan zwemmen.
  • Doe een plastic zak om uw arm als u gaat douchen, zodat de shunt niet nat wordt.
  • Als de shunt gezwollen is en/of roodheid vertoont of als u koorts heeft, neem dan contact op met de Dialyseafdeling. 

Advies na aanleg Buttonhole

  • Hygiëne is heel belangrijk! Zorg dat de buttonhole niet gaat ontsteken, was uw handen regelmatig met water en zeep.
  • Krab de korstjes nooit zelf af!
  • Als de Buttonhole zwelling en of roodheid vertoond, altijd contact opnemen met de afdeling. 

Na de aanleg van de Buttonhole krijgen andere verpleegkundigen van de Dialyseafdeling uitleg en instructies hoe ze de Buttonhole bij u moeten aanprikken. Foto’s zijn daarbij een goed hulpmiddel. U mag ook zelf de Buttonhole aanprikken als u dat wilt en hiertoe in staat bent. 

Tot slot

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, neemt u dan gerust contact op met de Dialyseafdeling, telefoonnummer 0492 – 59 59 46. De Dialyseafdeling is bereikbaar op maandag tot en met zaterdag van 07.00 tot 19.00 uur. Buiten deze tijden kunt u bij problemen de dienstdoende arts bereiken via de Spoedeisende hulp, telefoonnummer 0492 – 59 55 71.

Contact


Dialysecentrum Deurne

Locatie Deurne
T: 0492-59 59 46

Spoedeisende hulp

T. 0492 –59 55 71 


© 2024 Elkerliek ziekenhuis
DIA-43464
Laatst bewerkt: 19-6-2024