Bronchoscopie

Print

Binnenkort krijgt u een onderzoek van de ademhalingswegen (een bronchoscopie). Een bronchoscopie is een onderzoek waarbij de longarts in uw luchtwegen kijkt. Hierbij wordt een flexibele slang (endoscoop) via de mond in de luchtpijp geschoven. Soms brengt de arts de scoop via een neusgat in.

Met de scoop kunnen kleine stukjes weefsel uit de luchtwegen worden weggenomen. Ook kan door deze scoop slijm of spoelvloeistof worden afgezogen. Het slijm of weefsel wordt naar het laboratorium gestuurd voor verder onderzoek. Een bronchoscopie lijkt een vervelende ingreep. Toch kan deze ingreep met de huidige instrumenten en verdovingsmogelijkheden snel worden uitgevoerd, zonder dat u er al te veel last van ondervindt. 

Nuchter

Voor het onderzoek moet u nuchter blijven, dit houdt in dat u niets mag eten en drinken en dat u niet mag roken.

Onderzoek ’s ochtends
De avond voor het onderzoek moet u vanaf 24.00 uur nuchter blijven.  

Onderzoek ’s middags
Mocht het onderzoek in de middag plaatsvinden dan mag u in de ochtend nog een licht ontbijt nuttigen. Vanaf 07.00 uur moet u nuchter zijn.                

Medicatie

• Als u enige vorm van bloedverdunnende medicijnen gebruikt, moet u dit doorgeven aan de verwijzend specialist. Eventueel moet het gebruik van deze medicatie voor het onderzoek tijdelijk worden gestaakt.
• Gebruikt u bloedverdunners waarvoor u geprikt moet worden, neem dan voorafgaand aan het onderzoek contact op met de Trombosedienst. Het is belangrijk dat u aan hen doorgeeft dat u dit onderzoek moet ondergaan. Dit in verband met herstarten van de medicatie na het onderzoek. Ook moet u bij het gebruik van deze medicatie een uur voor het onderzoek bloed laten prikken om de stolling van het bloed te laten bepalen. Dit moet tijdens de poliafspraak voorafgaand aan het onderzoek afgesproken worden.
• Eventuele inhalatiemedicatie (pufjes) moet u wel blijven gebruiken.
• Alle andere medicijnen mag u tot het moment dat u nuchter moet blijven, gewoon innemen. 

Dag van het onderzoek

Het is verstandig vooraf vervoer naar huis te regelen zodat u niet zelf naar huis hoeft te rijden. Houd er rekening mee dat er regelmatig parkeerproblemen zijn, met name tijdens de bezoekuren. Vanuit de centrale hal volgt u de bewegwijzering naar de Endoscopieafdeling (4e verdieping) en meldt u zich aan de balie. Omdat er op meerdere kamers onderzoeken worden gedaan, wordt u mogelijk niet op volgorde van binnenkomst geholpen.                

Het onderzoek

De endoscopieverpleegkundige bereidt u voor op het onderzoek. Als u een kunstgebit heeft dan moet dit worden uitgedaan. Uw keel wordt verdoofd door middel van gorgelen en vernevelen. Deze verdoving kan een wat onaangename smaak hebben. U kunt wat moeilijker praten en slikken, het lijkt of u een dikke keel krijgt. Net voor het onderzoek wordt uw keel nog wat extra verdoofd met een spray. Er wordt een clipje op uw vinger of op uw oor geplaatst om de polsslag en zuurstofgehalte in het bloed te controleren. (u mag geen nagellak dragen). Hierna kan het onderzoek beginnen. Een bronchoscopie is geen pijnlijk, maar wel een onaangenaam onderzoek. 

Men vraagt u op uw rug op de onderzoekstafel te gaan liggen, met uw hoofd iets achterover. Soms wordt het onderzoek zittend uitgevoerd. U krijgt een bijtring tussen de tanden. Deze zit met een bandje om uw hoofd. De arts brengt de bronchoscoop via uw mond in de luchtwegen. Er wordt door de scoop nog verdovingsvloeistof toegediend, zodat de keel en luchtpijp goed verdoofd zijn. 

U kunt rustig door mond of neus blijven ademen. Er kan voldoende lucht langs de bronchoscoop. Op de monitor kan de longarts de luchtwegen goed bekijken. Er zijn verschillende mogelijkheden om materiaal te verzamelen zoals:

• Spoeling; er wordt een kleine hoeveelheid vloeistof ingebracht die ook weer opgezogen wordt.
• Borstelen; met een dun klein borsteltje worden er wat cellen losgemaakt.
• Biopt; met een klein ‘happertje’ wordt een klein stukje weefsel weggenomen.
• Klierpunctie; met een klein naaldje wordt in een klier geprikt waarbij cellen worden opgezogen. 

Voor dit alles geldt dat het naar het laboratorium wordt gestuurd voor onderzoek. De arts bekijkt wat er bij u nodig is om een goede diagnose te kunnen stellen.  

Duur van het onderzoek

Het onderzoek duurt 10 tot 30 minuten, afhankelijk van de omstandigheden. 

Uitslag

Er is of wordt met u een afspraak gemaakt voor de uitslag. U krijgt meteen een voorlopige uitslag. 

Nazorg

Na het onderzoek blijft u nog een uur ter controle op de dagverpleging. Tot anderhalf uur na het onderzoek moet u nuchter blijven. Daarna mag u weer proberen water te drinken. Als dit goed, gaat zonder dat u zich verslikt, kunt u voorzichtig wat gaan eten. 

Mogelijke klachten na het onderzoek:

• Bloed ophoesten; dit komt door het onderzoek en daarover hoeft u zich geen zorgen te maken.
• Er kan koorts optreden, hiervoor kunt u paracetamol innemen.
• Kortademig en meer hoesten, deze klachten verdwijnen na een paar uur.
• Een pijnlijke keel, dit verdwijnt vanzelf in de loop van de dag.                

Wanneer moet u contact opnemen

Het is belangrijk dat u contact opneemt bij onderstaande klachten:

• veel bloed opgeven;
• koorts hoger dan 38.5⁰C;
• toenemende benauwdheidsklachten. 

Tijdens kantooruren belt u met de polikliniek Longartsen of de Endoscopieafdeling. Buiten de kantooruren neemt u contact op met de Spoedeisende hulp. De telefoonnummers staan ook op het nazorgformulier Endoscopie. Het is dus goed om deze folder nog een paar dagen thuis te bewaren. 

Vragen

Hebt u na het lezen van deze folder nog vragen dan kunt u tijdens kantooruren contact opnemen met de polikliniek Longartsen of de Endoscopieafdeling. Bij dringende vragen na het onderzoek, die niet kunnen wachten tot de volgende werkdag kunt u buiten kantooruren contact opnemen met de Spoedeisende hulp. 

Verhinderd

Mocht u, om welke reden ook, verhinderd zijn, wilt u dit dan zo spoedig mogelijk doorgeven aan de Endoscopieafdeling. 

---