logo

Borstkanker - informatie ziektebeeld



Kanker is een verzamelnaam voor meer dan honderd verschillende ziekten. Al deze verschillende soorten kanker hebben één gemeenschappelijk kenmerk: ongeremde deling van lichaamscellen en het vermogen om uit te zaaien naar andere lichaamsdelen.

Ons lichaam is opgebouwd uit miljarden bouwstenen: de cellen. Voortdurend maakt ons lichaam nieuwe cellen. Op die manier kan het lichaam groeien en beschadigde en verouderde cellen vervangen. Nieuwe cellen ontstaan door celdeling. Bij celdeling ontstaan uit één cel twee nieuwe cellen, uit deze twee cellen ontstaan er vier, dan acht, enzovoort.

Bij zoveel miljoenen celdelingen per dag, kan er iets mis gaan. Dit kan door toeval, maar ook door allerlei schadelijke invloeden: bijvoorbeeld door roken of overmatig zonlicht. Doorgaans zorgen ‘reparatiegenen’ voor herstel van de schade. Soms faalt dat beschermingssysteem. Dan gaan genen die de deling, groei en ontwikkeling van een cel regelen, fouten vertonen. Treden er verschillende van dat soort fouten op in dezelfde cel, dan gaat deze zich ongecontroleerd delen en ontstaat er een gezwel of tumor. In medische termen wordt kanker vaak aangeduid als carcinoom.

Goed- en kwaadaardig
Er zijn goedaardige en kwaadaardige tumoren. Alleen bij kwaadaardige tumoren is er sprake van kanker. Tumor is een ander woord voor gezwel. Goedaardige gezwellen, bijvoorbeeld wratten, groeien niet door andere weefsels heen en verspreiden zich niet door het lichaam. Wel kan zo’n tumor tegen omliggende weefsels of organen drukken. Dit kan een reden zijn om het gezwel te verwijderen.

Bij kwaadaardige tumoren zijn de genen die de cellen onder controle houden zo beschadigd, dat de cellen zich zeer afwijkend gaan gedragen. Zij kunnen omliggende weefsels en organen binnendringen en daar ook groeien. Zij kunnen ook uitzaaien.

Uitzaaiingen
Van een kwaadaardige tumor kunnen cellen losraken. Die kankercellen kunnen via het bloed en/of lymfe ergens anders in het lichaam terecht komen en ook daar uitgroeien tot gezwellen. Dit zijn uitzaaiingen. Een ander woord voor uitzaaiingen is metastasen.                         

Borstkanker

Borstkanker is de meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen in Nederland. Voor het ontstaan van borstkanker is geen eenduidige oorzaak aan te wijzen. Meerdere factoren spelen een rol. Hoewel deze niet al allemaal bekend zijn, weten we dat de hormoonhuishouding, erfelijke (genetische) aanleg, mogelijk het afweersysteem en overgewicht na de overgang een rol kunnen spelen.

Eén op de 7 vrouwen krijgt borstkanker. Dat zijn in Nederland 16.000 vrouwen per jaar. Met name vanaf 40 jaar stijgt het aantal vrouwen dat getroffen wordt snel. Van ongeveer 75% van de borstkankerpatiënten is de leeftijd tussen de 50-74 jaar. Ook bij mannen komt borstkanker voor; naar schatting 1 op de 100 borstkankerpatiënten is een man. 

In medische termen wordt borstkanker mammacarcinoom genoemd. Het Latijnse woord voor borst is mamma.

Soorten borstkanker

Borstkanker begint meestal in de cellen van de melkgangen (ductaal carcinoom) of in de melkklieren (lobulair carcinoom).

Ductaal carcinoma in situ (DCIS)
In 15% tot 20% van de borstaandoeningen is er sprake van DCIS (Ductaal Carcinoma In Situ). Hierbij is er nog geen sprake van borstkanker, maar van een voorstadium daarvan. Bij een zogenaamd DCIS zijn de  voorstadium cellen (nog) niet buiten de grenzen van de melkgang of de melkklier gegroeid. Dus dit is strikt genomen (nog) geen borstkanker, en kan zich daarom ook niet verspreiden (metastaseren) naar de lymfklieren in de oksel of naar andere delen van het lichaam.

Gezwellen die buiten de grenzen van de melkgang of melkklier zijn gegroeid, noemen we invasief of infiltrerend.

Lobulair carcinoma in situ (LCIS)
LCIS is een niet-invasief gezwel dat binnen de grenzen van een melkklier blijft. Het is goedaardig, maar verhoogt het risico op het ontwikkelen van borstkanker met 1% per jaar in beide borsten. LCIS wordt daarom beschouwd als een waarschuwing voor een verhoogd kankerrisico, maar behandeling is niet nodig.

Invasief ductaal carcinoom
Het invasief ductaal carcinoom, ook wel NST genoemd (Niet Speciale Type) is de meest voorkomende vorm van borstkanker. Meer dan 80% van alle borstkankers behoren tot dit type.

Tubulair carcinoom
Deze borstkanker produceert zeer veel kleine klieren en buisjes die sterk lijken op de normale melkklieren en melkgangen. Deze kanker zaait zich zelden uit naar de lymfklieren in de oksel.

Invasief lobulair carcinoom
Deze borstkanker ontstaat aan de uiteinden van de melkgangen of in de melkklieren. Ze veroorzaken eerder een algemene zwelling van de borst dan een knobbel. Ongeveer 5 tot 10% van alle borstkankers zijn van dit type.

Zeldzamere vormen van borstkanker

Ziekte van Paget
Dit is een zeer zeldzame vorm van borstkanker (ongeveer 1% van alle gevallen). Het verschijnt als een jeukend eczeem van de tepel en de tepelhof, en gaat soms gepaard met vocht- of bloedverlies uit de tepel. De opperhuid van de tepel bevat veelal tumorcellen. De verandering aan de tepel wordt in 50 tot 60% van de gevallen veroorzaakt door een onderliggend gezwel in de borst.

Inflammatoir carcinoom
Inflammatoir mammacarcinoom, ook wel bekend als mastitis carcinomatosa, inflammatory breast cancer (IBC) of ontstekingsborstkanker, is een zeldzame (<1%) vorm van borstkanker, die met name voorkomt bij relatief jonge vrouwen. De prognose is minder gunstig.

De huid over de kanker gaat ontsteken en zwelt op omdat de lymfvaten van de huid worden geblokkeerd door de kanker. De borst heeft een rode kleur en voelt warm aan, terwijl het onderliggende weefsel hard wordt. Het lijkt alsof de hele borst ontstoken is, maar deze ‘ontsteking’ reageert niet op antibiotica. Een borstontsteking die niet reageert op behandeling met antibiotica moet daarom altijd verder onderzocht worden op de aanwezigheid van borstkanker.

Medullair carcinoom
Dit type van invasief ductaal carcinoom ziet er op het eerste gezicht mooi begrensd uit, maar verspreidt zich soms naar de lymfknopen. Gezwellen van dit type kunnen groot worden, maar ze hebben een betere prognose dan het invasief ductaal carcinoom. Ongeveer 5 tot 7% van alle borstkankers behoren tot dit type.

Mucineus of colloïd carcinoom
Dit type van invasief ductaal carcinoom bestaat uit een gelatineachtig gezwel. Het gezwel groeit traag, maar kan op termijn zeer groot worden. Deze vorm van borstkanker heeft een zeer goede prognose. Ongeveer 3% van de borstkankers behoren tot dit type.

Metaplastisch carcinoom
Metaplastisch carcinoom van de borst is een zeldzaam en agressief subtype van invasieve borstkanker. Het wordt gekenmerkt door snelle groei, vaak grote tumoren en een verhoogd risico op uitzaaiingen naar andere organen. Hoewel dit kenmerkend is voor veel gevallen, is het belangrijk op te merken dat er variatie bestaat binnen dit subtype. Er zijn ook metaplastische tumoren die laaggradig zijn en minder agressief in hun gedrag.

Meer informatie
Meer informatie over de verschillende soorten borstkanker vindt u op Wij zijn er voor mensen met borstkanker | Borstkankervereniging Nederland

Tumorkenmerken

De tumor in uw borst heeft verschillende kenmerken (karakteristieken). Naast de grootte van de tumor kan er ook iets gezegd worden over de gradatie van de tumor. Degradatie zegt iets over de mate waarin de cellen van de tumor nog lijken op de oorspronkelijke gezonde cellen.

  • Graad 1: De kankercellen lijken veel op gezonde cellen en groeien meestal langzaam.
  • Graad 2: De kankercellen lijken minder goed op gezonde cellen. De kankersnellen groeien meestal sneller dan normale cellen en plakken snel aan elkaar.
  • Graad 3: De kankercellen lijken vrijwel niet meer op gezond weefsel. De cellen groeien bijna altijd sneller dan normale cellen.

Hormoonreceptoren
Borstkankercellen die veel hormoonreceptoren hebben, worden door hormonen aangezet tot groei. Een tumor met teveel hormoonreceptoren voor oestrogeen wordt ER-positief genoemd, voor het hormoon progesteron heet dit PR-positief. Zijn de hormoonreceptoren niet in overmaat aanwezig, dan wordt de tumor ER-negatief of PR-negatief genoemd.

  • Positief
  • Negatief

Voor de behandeling zijn hormoonreceptoren gunstig, omdat de tumor vaak goed reageert op medicijnen die de groei door hormonen afremmen.

Er zijn verschillende soorten anti-hormonale middelen (Tamoxifen, Aromasin, Arimidex, Letrozol etc.)

Her2/neu-receptoren
HER2/neu staat voor ‘Human Epidermal growth factor Receptor 2’, HER2/neu is een eiwit dat zorgt dat de tumorcellen ongecontroleerd gaan groeien. Bij sommige vormen van borstkanker is er sprake van een celwand die veel HER2/neu-receptoren bevat (overexpressie). Dit noemen we HER2/neu positieve borstkanker. Deze receptoren op de celwand kunnen eiwitten (de zogenaamde epidermale groeifactor) aan zich binden die de celgroei stimuleren. Indien er sprake is van zo’n groot aantal van deze receptoren, ontvangt de cel teveel groeisignaal en kan ongecontroleerd gaan groeien. Ongeveer 20% van alle borstkankerpatiënten heeft een verhoogde aanwezigheid van HER2/neu-receptoren op hun kankercellen, wat aangeduid wordt als HER2/neu-positief.

  • Positief
  • Negatief

Hiervoor kan een behandeling ingezet worden, ook wel immunotherapie genoemd met het middel Trastuzumab (Herceptin) soms in combinatie met Pertuzumab (Perjeta).

Patiënten met een HER2-positieve borstkanker hadden vroeger een slechtere prognose dan patiënten die HER2-negatieve borstkanker hadden. Tegenwoordig is er een behandeling beschikbaar die specifiek gericht is op de HER2-receptoren in de cel waardoor de prognose niet langer slechter is voor deze groep patiënten. Indien het Her2neu receptor niet aanwezig, wordt dit een Her2neu negatieve tumor genoemd. Dit betekent dat er geen reden is om met immunotherapie behandeld te worden. 

Aanvullend pathologisch onderzoek
Soms kan het nodig zijn om aanvullend pathologisch onderzoek uit te voeren (op het biopt en/of operatiepreparaat). Hiermee kan voorspeld worden systemische therapie geïndiceerd is (chemo- en/of hormonale therapie). Dit wordt individueel bepaald en indien nodig met u besproken.

Behandelteam

Binnen het behandelteam is de Verpleegkundig specialist uw vaste aanspreekpunt gedurende uw behandeling. Als zelfstandig behandelaar beoordeelt zij uw klachten, voert lichamelijk onderzoek uit, regelt benodigde onderzoeken en bespreekt de resultaten volgens vastgestelde richtlijnen binnen het mammateam en met u.

Samen met de mammachirurg, radioloog, patholoog, internist oncoloog, radiotherapeut en plastisch chirurg vormt zij uw behandelteam. Dit team werkt nauw samen om behandelingen en informatie zorgvuldig op elkaar af te stemmen, conform nationale en internationale richtlijnen.

Bereikbaarheid en telefoonnummers

Verpleegkundig specialist Via de BeterDichtbij-app
Polikliniek Chirurgie T: 0492 - 59 59 61
Polikliniek Oncologie T: 0492 - 59 59 47
Ziekenhuis Algemeen Locatie Helmond
T: 0492 - 59 55 55

Locatie Deurne
T: 0493 - 32 88 88
Polikliniek Plastische chirurgie T: 0492 - 59 59 64
Afdeling radiotherapie Catharina Ziekenhuis T:  040 - 239 91 11
Radiologie T: 0492 - 59 56 04
Spoedeisende hulp T: 0492 - 59 55 71




© 2024 Elkerliek ziekenhuis
CHI-BORST
Laatst bewerkt: 30-10-2024