logo

Borstkanker - behandelingen



Op basis van uw specifieke diagnose stelt het borstkanker behandelteam tijdens een multidisciplinair overleg (MDO) een persoonlijk behandelplan voor u op. Hierbij komen verschillende medisch specialisten samen om uw situatie, onderzoeksresultaten en voorkeuren te bespreken, wat leidt tot een behandelvoorstel.

Wij hechten veel waarde aan een behandeling die goed bij u past. Daarom bespreken we uitgebreid uw wensen en voorkeuren. Dit proces, 'samen beslissen', houdt in dat we rekening houden met uw persoonlijke situatie, voorkeuren en de medische opties. Op deze manier zorgen we ervoor dat de gekozen behandeling optimaal aansluit bij uw behoeften. Voor meer informatie kunt u terecht op www.elkerliek.nl/samenbeslissen.

Veel patiënten met borstkanker krijgen een combinatie van behandelingen. De keuze en volgorde hiervan hangen af van de kenmerken van de tumor, het stadium van de ziekte, uw leeftijd en uw gezondheidssituatie.

Opzet van de behandeling

De opzet van de behandeling bepaalt of er curatie (genezing)mogelijk is of palliatie (geen definitieve genezing meer mogelijk).

Neo-adjuvante behandeling (voorbehandeling) of adjuvante behandeling (aanvullend op een operatie) bepaalt de strategie van de behandeling. 

Neo-adjuvant
Een neo-adjuvante behandeling kan voorafgaand aan een curatieve operatie worden gegeven. Wanneer bij de diagnose al duidelijk is dat een aanvullende behandeling met chemotherapie en of hormonale therapie nodig zal zijn, dan wordt deze behandeling als eerste gestart. Dit kan meerdere voordelen bieden:

  1. Het effect van de behandeling is zichtbaar, waardoor het behandelplan zo nodig kan worden aangepast.
  2. De cosmetische resultaten van de behandeling kunnen beter zijn.
  3. In sommige gevallen kan een vooraf benodigde borstamputatie, veranderen in een borstsparende operatie door goed effect van de chemo- en/of hormonale therapie.

Adjuvante behandeling (aanvullend)
Een aanvullende behandeling kan na een curatieve (genezende) operatie worden gegeven om het risico op toekomstige uitzaaiingen te verkleinen. De keuze hiervoor hangt af van het stadium van de ziekte en de specifieke kenmerken van de tumor.

Levensverlengend (palliatief)
Van een levensverlengende behandeling is sprake wanneer er uitzaaiingen zijn buiten de lymfeklieren, bijvoorbeeld in de botten, lever, longen of hersenen. In dat geval is genezing van de ziekte niet meer mogelijk. Het doel van de behandeling is om de ziekte zo lang mogelijk terug te dringen en de klachten van de ziekte zo veel mogelijk te bestrijden. Er wordt daarbij gestreefd naar een zo goed mogelijke kwaliteit van leven. Bij borstkanker kan dit vaak nog tot een overleving van meerdere jaren leiden.

Bij borstkanker zijn verschillende behandelingen mogelijk, die meestal gecombineerd moeten worden om tot maximale genezingskansen te komen:

  • Operatie;
  • Radiotherapie (bestraling);
  • Chemotherapie;
  • Hormonale therapie;
  • Immunotherapie.

Operatie

Een operatie is een vast onderdeel van de behandeling van borstkanker. De keuze van de behandeling hangt af van de grootte va de tumor, het type borstkanker, de omvang van uw borst en uw persoonlijke voorkeur. U kunt gebruik maken van de borstkankerkeuzehulp om u te ondersteunen met het maken van de juiste keuze. Inloggen - Borstkanker keuzehulp

Er bestaan twee soorten borstoperaties:

  1. Borstamputatie (ablatio)
    Bij deze operatie worden de hele borstklier (met vet- en bindweefsel), de huid en de tepel verwijderd. De borst wordt verwijderd maar de onderliggende borstspieren blijven gespaard.
  1. Borstsparende operatie (lumpectomie)
    Bij deze operatie wordt de tumor met direct omringend gezond weefsel verwijderd. Deze operatie wordt altijd gevolgd door bestraling. Indien de tumor niet te voelen is of wanneer u chemotherapie krijgt, wordt er voor de operatie een radioactief jodiumzaadje in de tumor ingebracht. De chirurg kan dan te allen tijde de tumor terugvinden. Voor meer informatie, zie folder ‘Pre-operatieve lokalisatie borsttumor m.b.v. een jodiumzaadje’. In sommige gevallen kan het nodig of wenselijk zijn om een plastisch chirurg te betrekken bij uw operatie. Als dit in uw situatie van toepassing is zal dit met u besproken worden.

Na de operatie

  • Een borstsparende operatie vindt plaats in dagbehandeling. In het geval van een borstamputatie blijft u een nacht op de chirurgische verpleegafdeling.
  • Over het algemeen verloopt het herstel snel na een borstoperatie. De chirurg zorgt ervoor dat de wond onderhuids wordt gehecht. Er wordt na de operatie pleister(s) geplakt die 7 dagen op zijn plaats moet blijven zitten en daarna door uzelf verwijderd mag worden. De chirurg laat bij een borstsparende ingreep kleine titanium clips achter in de borst, zodat de radiotherapeut en de radioloog altijd kunnen zien waar de tumor gezeten heeft. U voelt zelf niets van de clips. Ze zijn klein en groeien in het borstweefsel.
  • U mag een dag na de operatie wel douchen, maar niet baden.
  • U mag de dag na de operatie beginnen met bewegingsoefeningen volgens de instructies in de folder terug te vinden in www.mijnelkerliek. Na de operatie kan de borst- of amputatiewond blauwe plekken vertonen, deze verdwijnen vanzelf.
  • Bij een borstverwijdering plaatst de chirurg een drain, deze wordt meestal de volgende dag verwijderd.
  • Na een borstoperatie kan zich wondvocht (seroom) ophopen. Dit kan leiden tot een gespannen gevoel en zichtbare zwelling in het wondgebied. Het seroom kan leeggezogen worden om verlichting te bieden, vaak is dat van korte duur gezien het vocht weer terug kan keren.
  • Sommige patiënten kunnen na de operatie (borstsparend of borstamputatie) pijnklachten ondervinden in het littekengebied. Over het algemeen volstaat Paracetamol 4 x daags 2 tabletten (500 mg), de eerste dagen na de operatie.
  • U wordt geadviseerd om na een borstverwijdering zes weken lang de aangemeten beha te dragen. Deze mag u ‘s nachts uitlaten. Op de verpleegafdeling wordt een voorlopige prothese aangemeten die u in uw bh kunt dragen. Zes tot acht weken na de operatie (afhankelijk van uw wondgenezing) kunt u een definitieve prothese laten aanmeten bij een gespecialiseerde lingeriezaak, met een machtiging.

Wondcomplicaties

Nabloeding
Binnen 24-48 uur na de operatie kan er in korte tijd een forse, pijnlijke zwelling ontstaan in het operatiegebied door een bloeding van een klein bloedvat. Meestal stopt deze bloeding vanzelf, maar de bloeduitstorting kan aanzienlijk zijn. Als u vermoedt dat u een nabloeding heeft, neem dan contact op met de Mammapoli of buiten kantoortijden met de Spoedeisende hulp. Soms is een tweede operatie nodig om de bloeding te stoppen of bloedstolsels te verwijderen, om zo de spanning op de huid te verminderen.

Wondinfectie
Een wondinfectie treedt meestal wat later op, meestal binnen 30 dagen na de operatie. Symptomen zijn roodheid, warmte, pijn in het wondgebied en soms koorts. Als u denkt dat u een wondinfectie heeft, neem dan tijdens kantooruren contact op met de Mammapoli. Bij koorts boven 38,5°C of als u zich ziek voelt, neem dan buiten kantooruren contact op met de Spoedeisende hulp. Meestal krijgt u antibiotica voorgeschreven en soms moet de wond geopend worden om een abces te ontlasten.

Radiotherapie (bestraling)

Na een borstsparende operatie volgt een serie bestralingen als onderdeel van de behandeling. Hierbij wordt de hele borst of een deel van de borst uitwendig bestraald. Soms wordt bestraling ook geadviseerd na het operatief verwijderen van de gehele borst. Dit is sterk afhankelijk van de tumorkenmerken en het stadium van de ziekte, en wordt bepaald door het multidisciplinaire team. Als na een sentinel node procedure of MARI-klierprocedure blijkt dat er tumorcellen in de lymfeklieren aanwezig zijn, wordt ook de oksel bestraald.

Meestal kan de bestraling pas plaatsvinden nadat de operatiewond is geheeld. In het algemeen start radiotherapie daarom binnen vijf weken na de operatie.Voor radiotherapie gaat u naar het Catharina ziekenhuis in Eindhoven. U krijgt een afspraak met de radiotherapeut (arts). Deze bespreekt met u onder andere de werking van radiotherapie, de mogelijke bijwerkingen en het behandelschema.

Chemotherapie

Chemotherapie is een behandeling van het hele lichaam (systeemtherapie) met medicijnen die kankercellen doden of hun deling remmen. Deze behandeling kan op verschillende momenten worden toegepast, zowel voor als na een operatie.

Er zijn veel verschillende soorten chemotherapie. Welke behandeling met chemotherapie u krijgt hangt af van het type borstkanker. Vaak worden bij de behandeling van borstkanker meerdere behandelingen met elkaar gecombineerd om zo het beste resultaat te bereiken. Uw oncoloog, Verpleegkundig specialist en/of oncologieverpleegkundige informeren u hierover.

Aanvullende behandelingen bij chemotherapie

Doelgerichte therapie
Voor patiënten met borstkanker die een hoge concentratie her-2 eiwit op de celoppervlakte hebben, wordt naast chemotherapie vaak ook doelgerichte therapie toegepast. Deze therapie richt zich specifiek op de her-2 eiwitten, wat de effectiviteit van de behandeling kan verhogen.

(Anti) hormoontherapie
Bij patiënten met een hormoongevoelige tumor kan hormoontherapie een belangrijke rol spelen. Afhankelijk van de grootte en de kenmerken van de tumor, wordt deze behandeling ingezet. Hormoontherapie werkt door de productie van hormonen te blokkeren of de invloed van hormonen op kankercellen te verhinderen, waardoor de groei van hormoongevoelige tumoren wordt vertraagd of gestopt.

Door deze aanvullende behandelingen wordt de kans op een succesvolle uitkomst vergroot, waarbij de therapieën nauwkeurig worden afgestemd op de individuele kenmerken van de tumor en de patiënt.

Meer informatie

Meer informatie over de verschillende behandelingsmogelijkheden vindt u ook in de folders die u ontvangt van uw zorgverleners. Deze worden voor u klaargezet op www.mijnelkerliek.nl

Trials/wetenschappelijk onderzoek

Het Elkerliek ziekenhuis neemt ook deel aan wetenschappelijke studies, ook wel trials genoemd. Dit zijn studies die onderzoeken hoe bestaande behandelingen elkaar kunnen versterken, door ze te combineren of in andere volgorde toe te passen. Het doel hiervan is de overlevingskansen van borstkanker te verhogen en de kwaliteit van leven te verbeteren.

Contact


Mammacarepolikliniek

T: 0492 – 59 59 78  
E: mammapoli@elkerliek.nl


© 2024 Elkerliek ziekenhuis
CHI-BEH
Laatst bewerkt: 30-10-2024