logo

Bloedtransfusie



Binnenkort ondergaat u een behandeling of ingreep, waarbij er een kans bestaat dat u bloed toegediend moet krijgen (een bloedtransfusie). In deze folder vindt u informatie over een bloedtransfusie met verschillende bloed-producten. Een bloedproduct kan rode bloedcellen, plasma of bloedplaatjes bevatten.

Bloedtransfusies worden door uw arts voorgeschreven als dat voor de behandeling noodzakelijk is. Uw arts doet dit echter niet zonder uw toestemming, tenzij er sprake is van een acute situatie. De arts zal u vooraf inlichten over:

  • de reden en de risico’s van de bloedtransfusie.
  • de risico’s die ontstaan wanneer u niet instemt met een bloedtransfusie en eventuele alternatieven. 

Bloedtransfusie gegevens

Aangezien het belangrijk is dat u een bloedproduct toegediend krijgt dat bij u 'past', zal vooraf bij u bloed worden afgenomen. Dit bloed wordt door het transfusielaboratorium getest op bloedgroep en op de aanwezigheid van antistoffen. Sommige mensen hebben namelijk antistoffen tegen bloedcellen van anderen in hun bloed. Deze antistoffen ontstaan na een zwangerschap, een vroegere bloedtransfusie of komen van nature voor. Indien dat het geval is, kan het langer duren voordat er ‘passend’ bloed wordt gevonden.            

Als bij u antistoffen zijn aangetoond dan worden deze geregistreerd in een landelijk datasysteem (TRIX). Bij een volgende bloedtransfusie kan elk transfusielaboratorium het landelijk datasysteem raadplegen om (voor uw eigen veiligheid) na te gaan of:

  • er bij u afweerstoffen zijn gevonden.
  • er eerder een ernstige transfusiereactie is geweest.

Op deze manier kan men geschikt bloed voor u zoeken. Indien u niet wenst dat uw gegevens worden opgeslagen in het landelijk datasysteem, maak dit dan kenbaar door een berichtje te sturen naar hemovigilantie@elkerliek.nl 

Hoe veilig is een bloedtransfusie?

De volgende maatregelen worden genomen:

  • Alleen gezonde mensen kunnen bloeddonor worden. Ze doen dit vrijwillig en worden hiervoor niet betaald.
  • Het donorbloed wordt gecontroleerd op:
    • drie soorten geelzuchtvirussen (hepatitis B, C en E).
    • de geslachtsziekte syfilis.
    • het humaan immuundeficiëntievirus (HIV) dat aids kan veroorzaken.
    • bloedplaatjes worden gecontroleerd op aanwezigheid van bacteriën. 

Een mogelijk besmet bloedproduct wordt vernietigd. Toch blijft er, ondanks alle voorzorgen, een zeer kleine kans bestaan op besmetting met een virus of ziektekiem door de bloedtransfusie. De kans dat een bloedproduct besmet is met HIV is kleiner dan één op een miljoen. 

Het kan zijn dat de bloeddonor nog maar kort geleden werd besmet. In zijn bloed kan de aanwezigheid van de ziekteverwekker dan nog niet worden aangetoond. Ook is het mogelijk dat de hoeveelheid virus in het bloed zo gering is, dat het niet kan worden aangetoond met een bloedtest. Tevens kan het gebeuren dat er virussen in het bloed zitten, die we nog niet kennen of waarop om andere reden niet getest wordt. Ook zijn er aandoeningen, zoals de variant ziekte van Creutzfeldt Jakob, waarvoor nog geen test bestaat en waarvan de kans op overdracht door bloedtransfusie in beginsel aanwezig is.  

Ten slotte controleert de verpleegkundige vlak voordat u een bloedtransfusie krijgt nogmaals of het bloedproduct van de donor inderdaad voor u bestemd is. 

Bijwerkingen van de bloedtransfusie

Soms kan een allergische reactie optreden. Zo’n reactie is herkenbaar aan koorts, rillingen, galbulten, jeuk of een rode huid. Dit kan vaak eenvoudig met medicijnen worden behandeld. 

Soms vormen patiënten na een bloedtransfusie antistoffen tegen andermans bloedcellen. Ook dit kan een reactie geven in de vorm van koorts. Deze reacties kunnen met medicijnen worden behandeld.  

U krijgt een bloedgroepkaartje dat u bij volgende bloedtransfusies aan uw arts moet tonen. 

Kan ik een bloedtransfusie weigeren?

Ja, bedenk daarbij wel dat er niet altijd andere mogelijkheden zijn. Bloedtransfusies zijn vaak levensreddend. Sommige operaties of behandelingen kunnen zelfs niet worden uitgevoerd zonder bloedtransfusie. Weigeren betekent soms een groter risico voor uw gezondheid dan een bloedtransfusie ontvangen. Bespreek uw twijfels ten aanzien van de bloedtransfusie tijdig met de arts die u behandelt. 

Een transfusie in de thuissituatie 

In veel gevallen kunt u in aanmerking komen voor een zogenaamde ‘thuistransfusie’. Dit houdt in dat de transfusie bij u thuis wordt toegediend door een gespecialiseerd verpleegkundige. Wilt u hierover meer informatie lees dan de folder ‘Bloedtransfusie in de thuissituatie’ of vraag uw arts naar de mogelijkheden. 

Een transfusie met uw eigen bloed

In zeer uitzonderlijke gevallen kunt u in aanmerking komen voor een zogenaamde ‘autologe transfusie’. Dit houdt in dat u voorafgaande aan een operatie uw eigen bloed laat afnemen om dit tijdens de operatie weer terug te krijgen. Raadpleeg desgewenst uw arts of lees de folder ‘Bloed geven voor jezelf’ van Sanquin. Deze is te downloaden via de website www.sanquin.nl. Bij sommige operaties met veel bloedverlies is het mogelijk dat het bloed dat uit de wond komt met een speciaal apparaat wordt opgezogen, waarna het weer wordt teruggegeven. 

Opmerking 
“In verband met een klein, maar niet uit te sluiten risico op een bloed over-draagbare-infectie en conform internationale richtlijnen, wordt een persoon na het zelf hebben ontvangen van een bloeddonatie door Sanquin Bloedvoorziening Nederland uitgesloten als bloeddonor.”

Contact

 

Algemeen klinisch laboratorium

T: 0492- 59 59 72


© 2024 Elkerliek ziekenhuis
AKL-39744
Laatst bewerkt: 1-10-2024