In deze folder geven wij informatie over de verschillende technieken om een baarmoeder te verwijderen. In overleg met uw gynaecoloog wordt uw baarmoeder verwijderd via de vagina, via een kijkbuisoperatie (laparoscopie) of via een snee in de buik. De medische term voor deze operatie is een uterusextirpatie of hysterectomie.
Er zijn verschillende redenen om te besluiten een baarmoeder te verwijderen:
Of u samen met de gynaecoloog besluit tot een operatie hangt af van de reden, de ernst van uw klachten, het vaginaal onderzoek en het effect van de eventuele eerdere behandelingen. Bij een goedaardige afwijking is een operatie meestal niet de eerste keus en komt vaak pas ter sprake als andere behandelingsmogelijkheden uw klachten onvoldoende kunnen verhelpen. Dit is een belangrijk verschil met kwaadaardige aandoeningen, waarbij er minder keuze is. Er zijn meerdere manieren om een baarmoeder te verwijderen. Bij een baarmoederverwijdering komen soms ook andere keuzes ter sprake, zoals het verwijderen of laten zitten van de eileiders of eierstokken en de manier van opereren. Bij een baarmoederverwijdering wordt de baarmoederhals in principe altijd verwijderd. Alleen bij een operatie via de buik is het eventueel mogelijk de baarmoederhals te laten zitten. Uw gynaecoloog kan u informeren over de verschillende operaties die in deze folder worden beschreven en zal samen met u beslissen welke operatie bij u mogelijk is en welke u kunt kiezen.
Vaginale baarmoeder verwijdering
Bij het verwijderen van de baarmoeder via de vagina ontstaat er alleen een litteken binnen in de vagina. Deze operatie kan met een ruggenprik of onder narcose worden uitgevoerd. De baarmoeder-mond wordt rondom omsneden met een mes en daarna worden de blaas en de darm weggeschoven van de baarmoeder. De bloedvaten naar de baarmoeder en het omgevende weefsel worden doorgenomen en gehecht. Daarna kan de baarmoeder met de baarmoederhals via de vagina worden verwijderd en de top van de vagina wordt dichtgemaakt met oplosbare hechtingen. Indien dat technisch mogelijk is, kunnen ook de eileiders hierbij worden verwijderd.
Verwijdering via een kijkbuisoperatie (laparoscopie)
Soms is de baarmoeder te groot en/of te weinig naar beneden gezakt om via de vagina verwijderd te kunnen worden. Dan kan een kijkbuisoperatie plaatsvinden. Deze operatie zal onder narcose worden uitgevoerd. Bij deze techniek maakt de gynaecoloog drie tot vier sneetjes in de buikwand en er komt een snede in de vagina om de baarmoeder door te verwijderen. Via een snee net onder de navel wordt een kijkbuis (laparoscoop) in de buik gebracht en via de andere sneetjes gaan instrumenten naar binnen om de baarmoeder van het omliggende weefsel los te maken. Als de baarmoeder helemaal los ligt, verwijdert de gynaecoloog de baarmoeder en baarmoedermond via de vagina. Hierbij kunnen ook de eileiders en eierstokken worden verwijderd.
Verwijdering via de buikwand (abdominale uterusextirpatie)
Als verwijdering via de vagina of via een kijkbuis niet mogelijk is, kan de gynaecoloog via de buikwand opereren. Deze operatie zal onder narcose worden uitgevoerd. De snede in de buikwand van zo’n 15 centimeter is meestal horizontaal (bikinisnede) of soms verticaal (via de navel naar beneden). Bij deze ingreep kan de baarmoederhals wel of niet worden verwijderd. Hierbij kunnen ook de eileiders en eierstokken worden verwijderd.
Wel of niet verwijderen van de eileiders
Volgens de laatste inzichten is het waarschijnlijk zinvol de eileiders mee te verwijderen bij een baarmoederverwijdering. Er zijn aanwijzingen dat eierstokkanker mogelijk ontstaat in de eileider. Bij de meeste manieren van baarmoederverwijdering is het eenvoudig de eileiders mee te verwijderen. Zonder baarmoeder hebben eileiders geen functie. Na verwijdering van de eileiders ervaart u geen extra postoperatieve klachten.
Wel of niet verwijderen van de eierstokken
Als u nog niet in de overgang bent, is er vrijwel geen reden om met de baarmoeder ook de eierstokken te verwijderen. Het wegnemen van de eierstokken betekent immers dat u direct na de operatie in de overgang komt. Over wat verstandig is na de overgang, verschillen de meningen. De meeste gynaecologen adviseren dan ook de eierstokken te laten zitten, omdat ze nog kleine hoeveelheden hormoon (testosteron) maken, die onder andere bijdragen aan zin hebben in vrijen. Andere gynaecologen stellen voor om de eierstokken te verwijderen om zo de kans op kanker ervan te verminderen. Als eierstokkanker en/of borstkanker meer dan gemiddeld in uw familie voorkomt kan de kans op eierstokkanker groter zijn. Bespreek dit voor de operatie met de gynaecoloog. Een enkele keer komen pas tijdens de operatie afwijkingen aan één of beide eierstokken aan het licht. Bij één afwijkende eierstok neemt de gynaecoloog alleen deze eierstok weg. Bij afwijkingen aan beide eierstokken zal de gynaecoloog zoveel mogelijk van tenminste één eierstok behouden om zo een voortijdige overgang te voorkomen. De eierstokken kunnen bij een kijkbuisoperatie of operatie via de buikwand worden verwijderd.
Wanneer u wordt geopereerd, krijgt u voorafgaand aan uw opname een afspraak bij de polikliniek Anesthesiologie. Meer informatie leest u in de folder ‘Anesthesie’.
Let op: Tijdens de operatie krijgt u een antibioticum om infecties te voorkomen. Als u allergisch of overgevoelig voor een antibioticum bent is het belangrijk dat u dit aangeeft. Wij kunnen u dan een ander middel geven.
U wordt in ieder geval een dag opgenomen in het ziekenhuis, in de meeste gevallen mag u de volgende dag naar huis. Soms wordt de duur van de opname verlengd. Als de baarmoeder is verwijderd via de buikwand blijft u gemiddeld 2 à 3 dagen opgenomen in het ziekenhuis.
Aan het einde van de ingreep kan soms een vaginale tampon geplaatst worden en een blaaskatheter. Als dit gebeurt, worden deze meestal na 3 uur verwijderd. De tampon werkt als een inwendig drukverband en vermindert het bloedverlies. Als bij u een algehele narcose is toegediend, kunt u na de operatie wat misselijk zijn. Na de operatie kan de vagina pijnlijk zijn. U krijgt de eerste dagen na de operatie pijnstillers. Soms komt de ontlasting moeizaam op gang. U kunt preventief zakjes krijgen om uw ontlasting dun te maken.
De herstelperiode duurt ongeveer zes weken. Houd er rekening mee dat u sneller moe bent dan normaal en nog weinig activiteiten kunt doen. In deze herstelperiode is het belangrijk dat u goed luistert naar de signalen van uw lichaam en niet te snel te veel wilt ondernemen.
Leefstijladviezen:
Ongeveer vijf weken na de operatie heeft u een telefonische controleafspraak bij de gynaecoloog. U kunt dan aangeven hoe uw herstel verloopt. De arts zal samen met u beslissen of een gynaecologisch onderzoek nog nodig is. De hechtingen die in de vagina geplaatst zijn, lossen vanzelf op. Deze oplosbare hechting kan tot ruim zes weken na de operatie vanzelf uit de vagina naar buiten komen.
Bij elke operatie kunnen complicaties optreden. De kans op complicaties is klein. De blaas of darm kan worden beschadigd, maar dit komt niet vaak voor (minder dan 1 van de 100 operaties). Soms is er een nabloeding waarvoor soms opnieuw moet worden ingegrepen (minder dan 1 van de 100 operaties). Bij ongeveer 10 van de 100 van de operaties ontstaat er een bloeding met een bloedstolsel (haematoom) op de plek waar eerst de baarmoeder heeft gezeten (de vaginatop) of in de buikwand. Vaak zal dit stolsel vanzelf weggaan, maar soms is hiervoor een aanvullende operatie nodig.
Als tijdens de operatie complicaties ontstaan of blijkt dat toch niet via de vaginale weg of een kijkoperatie geopereerd kan worden zoals eerder was afgesproken, kan het nodig zijn om een snede in de buik te maken om de baarmoeder via de buikwand te verwijderen.
Er kunnen problemen ontstaan die vervelend kunnen zijn:
We verzoeken u altijd contact op te nemen bij:
Tijdens kantooruren neemt u contact op met de polikliniek Gynaecologie, telefoonnummer 0492 – 59 59 57. Buiten kantooruren belt u met de verloskamers, telefoonnummer 0492 – 59 56 42.
Als u nog vragen heeft, kun u die aan uw behandelend arts stellen of kijk voor meer informatie op de website www.degynaecoloog.nl of www.bekkenbodem4all.nl van de patiëntenvereniging. U kunt ook de operaties vergelijken met een keuzehulp ‘weghalen van de baarmoeder’ op de website (www.degynaecoloog.nl/samen-beslissen/keuzehulpen/weghalen-van-de-baarmoeder).
Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, neemt u dan gerust contact op met de polikliniek Gynaecologie, telefoonnummer 0492 - 59 59 57.
Bronvermelding: Yourpelvicfloor.org
Locatie Helmond
T: 0492 – 59 59 57
Locatie Deurne
T: 0493 – 32 89 17
Copyright 2024 Elkerliek
Deze website maakt gebruik van cookies.