U wordt gebeld of verwacht op de polikliniek Anesthesiologie
op: ………………………………..
datum: ………………………….
om: ………………………… uur
Wilt u deze brochure meebrengen op de dag van de afspraak
Voor de operatie moet u nuchter zijn. Dit betekent dat u vanaf 6 uur voor de opname:
Voorbeelden:
Als u zich hier niet aan houdt, loopt u het risico dat tijdens de operatie maaginhoud in uw longen komt en dat kan levensgevaarlijk zijn.
Dus niet nuchter zijn, betekent altijd dat de operatie moet worden uitgesteld. Het maakt hierbij niet uit welke verdoving wordt toegepast.
Als u medicijnen gebruikt, wordt op de pre-operatieve poli aangegeven of u mag doorgaan of moet stoppen met het innemen ervan. Neem medicatie mee in originele verpakking of in een medicijnrol (baxter). Dus ook pufjes en insuline.
Houdt u er rekening mee dat u geen contactlenzen mag dragen tijdens de ingreep. Het dragen van een bril is wel toegestaan. Gehoorapparaten of kunstgebit mag u in de meeste gevallen inhouden. U mag geen sierraden, haarspelden en piercings dragen. Ook mag u geen nagellak, gelnagels en make-up dragen. Wij adviseren u om deze waardevolle spullen thuis te laten.
U mag de eerste 24 uur na de toediening van de anesthesie niet aan het verkeer deelnemen.
De anesthesioloog is een arts die gespecialiseerd is in verschillende vormen van anesthesie, pijnbestrijding en intensieve zorg rondom de operatie.
Ter voorbereiding op uw operatie wordt u verwacht op de polikliniek anesthesiologie of gebeld door de anethesioloog. De anesthesioloog stelt vragen over uw gezondheid en verricht lichamelijk onderzoek en bepaalt verder of aanvullend onderzoek en/of bezoek aan een andere specialist noodzakelijk is. Aan de hand hiervan wordt de keuze van de soort verdoving bepaald.
Wij vragen u voor uw afspraak op de polikliniek anesthesiologie de vragenlijst digitaal in te vullen via het patiëntenportaal MijnElkerliek. Meer informatie over MijnElkerliek vindt u op onze website www.elkerliek.nl/MijnElkerliek.
Wanneer er een wijziging optreedt in uw gezondheidstoestand of medicijngebruik na het bezoek aan de anesthesioloog en voor de operatie, neem dan contact op met de polikliniek van de anesthesiologen.
Er zijn verschillende vormen van anesthesie:
Er wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met uw wensen.
Als voorbereiding wordt bij u een infuus geprikt en krijgt u de nodige monitoring aangesloten. Het gaat hier om een ECG (waarmee uw hartritme continu kan worden gevolgd), een bloeddrukband (waarmee uw bloeddruk om de 3 à 5 minuten wordt gemeten) en een saturatiemeter (een pijnloos knijpertje op de vinger waarmee het zuurstofgehalte in uw bloed wordt gemeten). Op de operatiekamer spuit de anesthesioloog de nodige anesthesiemiddelen door het naaldje. U krijgt extra zuurstof via een kapje. Van de toegediende anesthesiemiddelen valt u snel in slaap.
Daarna wordt er vaak een beademingsbuis geplaatst. Tijdens de operatie blijft de anesthesioloog of assistent voortdurend bij u.
Bij deze handeling kan het gebit beschadigd raken. Dit gebeurt zelden en is afhankelijk van de toestand van uw gebit.
Bij deze anesthesievorm wordt een gedeelte van het lichaam verdoofd.
Spinaal anesthesie
Voor operaties aan de benen of onderbuik door middel van een prikje in de rug. Een spinale verdoving is een anesthesietechniek waarbij de anesthesioloog na lokale verdoving van de huid een zeer dunne naald brengt tot bij het ruggemergvocht en daar het verdovingsproduct inspuit. Hierbij wordt het onderste deel van het lichaam voor een beperkte tijd volledig verdoofd en verlamd. Tijdens het prikken van de spinaal wordt gevraagd om op de rand van de tafel of uw bed te zitten met de benen afhangend en om uw rug zo bol mogelijk te maken. De naald wordt na verdoving van de huid geschoven tussen de wervels en de verdoving wordt ingespoten. De naald wordt onmiddellijk nadien verwijderd.
Een spinale verdoving werkt 2 à 6 uur afhankelijk van de gekozen medicatie. De anesthesioloog heeft de keuze tussen een langwerkend of een kortwerkend medicijn. Wat betreft het kortwerkend medicijn wordt in het Elkerliek Articaïne gebruikt: dit is een off-label medicijn wat echter sinds jaren veilig wordt toegediend bij heel wat patiënten en wat superieur is aan andere kortwerkende medicijnen. U hoort hiervan op de hoogte te zijn, vandaar deze expliciete vermelding.
Indien nodig kan er via deze lijn extra pijnstilling of een lichte verdoving (roesje) bijgegeven worden. Tijdens de procedure worden uw vitale functies zoals uw hartritme, bloeddruk en zuurstofgehalte gemonitord.
Hoewel een spinale verdoving een zeer veilige en reeds lang gebruikte techniek is, wensen we u over de neveneffecten en zeldzame complicaties in te lichten. Als deze nevenwerkingen zich zouden voordoen, verdwijnen ze snel na enkele uren en soms na dagen:
Uw benen zullen verdoofd en zwaar aanvoelen. Dit is normaal.De bloeddruk kan wat dalen doch dit is makkelijk behandelbaar. De rug kan ter hoogte van de prikplaats enkele dagen wat gevoelig zijn. In sommige gevallen kan er na de ruggenprik hoofdpijn en misselijkheid optreden. Deze ongemakken verdwijnen meestal spontaan, maar soms moet de anesthesioloog toch ingrijpen om deze complicatie op te lossen.
Epiduraal anesthesie
Voor grotere operaties aan de buik, de longen of aan de benen. meestal gecombineerd met algehele anesthesie. Via een prikje in de rug wordt een dun slangetje (epiduraalkatheter) ingebracht, waardoor, ook na de operatie, continue pijnstilling gegeven kan worden.
Er wordt een continue dosis medicatie gegeven gedurende de tijd dat de epidurale aanwezig is. U wordt dagelijks opgevolgd door ons team tot de epiduraal katheter kan worden verwijderd.
Neveneffecten van een spinale/epidurale verdoving
Na het plaatsen van een epiduraal katheter kunnen er zich kleine problemen voordoen. De belangrijkste hiervan is een wat lagere bloeddruk of jeuk. Hoofdpijn is een erg vervelende maar ongevaarlijke verwikkeling van een epidurale verdoving. Ernstige complicaties zijn mogelijk, maar uiterst zeldzaam. De belangrijkste hiervan zijn een te hoge verdoving of een epidurale bloeduitstorting (epiduraal hematoom).
Regionaal anesthesie arm
Voor operaties aan handen, armen of schouder door middel van een prikje in de oksel, bij het sleutelbeen of in de hals.
Bij een regionale verdoving wordt een deel van het lichaam, een lidmaat, tijdelijk gevoelloos en bewegingsloos gemaakt door een verdovingsmiddel in te spuiten in de buurt van een zenuwbaan. Om het juiste verloop van de zenuwen te vinden maakt de anesthesioloog gebruik van een echotoestel en eventueel een zenuwstimulator. De verdoving die wordt ingespoten kan lang nawerken, tot 24 uur of zelfs langer. Na de verdoving moet het verdoofde lidmaat ondersteund worden, zonodig met een draagdoek.
Wat zijn de mogelijke complicaties of ongemakken?
Regionaal anesthesie been
Voor operaties aan het onderbeen of de voet door middel van een prikje in de knieholte. (zie hierboven beschreven)
Regionaal anesthesie oog
Voor operaties aan het oog door middel van een prikje bij het oog. Het is ook mogelijk dat het oog alleen verdoofd wordt met druppeltjes. De verdoving van het oog wordt niet altijd door de anesthesioloog toegediend; dit kan ook door de behandelend oogarts gebeuren.
Wat zijn de mogelijke complicaties of ongemakken?
Zeer zeldzaam is het aanprikken van de oogbol zelf. Even zeldzaam is het optreden van een bloeding waardoor de oogarts de operatie eventueel moet uitstellen.
Sedatie
Regionale anesthesie betekent niet dat u wakker moet blijven. Dat mag natuurlijk wel en gebeurt ook vaak. Maar als u het prettiger vindt, geeft de anesthesioloog u een zogenaamd ‘roesje’.
(Diepe)sedatie wordt ook meer en meer toegepast tijdens pijnlijke of vervelende onderzoeken. In het Elkerliek verrichten speciaal opgeleide verpleegkundigen (sedationisten) de sedaties onder directe supervisie van een anesthesioloog. U krijgt de nodige medicatie waardoor u in slaap valt, echter u blijft spontaan ademen.
U krijgt een operatiejasje aan en wordt door een verpleegkundige van de afdeling naar de operatieafdeling gebracht. In de voorbereidingsruimte wordt door de anesthesiemedewerker een aantal controles uitgevoerd en een infuusnaaldje ingebracht.
Na de operatie wordt u naar een speciale ruimte vlak bij de operatiekamer gebracht, de verkoeverkamer. Hier worden de patiënten na hun operatie bewaakt en begeleid door gespecialiseerde verpleegkundigen. Als het effect van de anesthesie voldoende is uitgewerkt en uw conditie goed genoeg is, wordt u teruggebracht naar de verpleegafdeling. Wanneer u speciale bewaking en/of intensieve zorg nodig heeft, wordt u na de operatie op de Intensive Care opgenomen. Pijnbestrijding wordt door de anesthesioloog afgesproken.
Pijn na een operatie kan het genezingsproces nadelig beïnvloeden. Pijnmeting kan helpen om de pijnbehandeling zo goed mogelijk af te stemmen op uw pijnklachten.
Er wordt gebruikt gemaakt van verschillende methoden om de pijn na de operatie te bestrijden. De anesthesioloog bespreekt welke techniek bij u wordt toegepast.
Medicijnen
Met behulp van medicijnen kunnen we uw pijn na een operatie behandelen. In opdracht van de anesthesioloog kan de verpleegkundige diverse medicijnen toedienen. De meest gebruikte medicijnen zijn:
Wanneer u dezelfde dag van de operatie weer naar huis gaat, is er sprake van dagbehandeling. Er is een aantal voorwaarden waar u aan moet voldoen voordat u weer naar huis mag:
Elke operatie kan complicaties geven. U heeft een kleine kans op:
Na elke vorm van anesthesie kunnen ongewenste effecten optreden zoals:
Heeft u nog vragen na het lezen van deze folder? Neem dan contact op met de polikliniek Anesthesiologie
Locatie Helmond
T: 0492 – 59 59 69
E: polianesthesie@elkerliek.nl
T. 0492 –59 55 71
Copyright 2024 Elkerliek
Deze website maakt gebruik van cookies.