Geretineerde of geimpacteerde gebitselementen zijn tanden en kiezen die niet op de normale tijd doorbreken, zoals bijvoorbeeld de hoektand (cuspidaat) die normaal tussen het 10e en 13e jaar zijn plaats in het blijvende gebit inneemt. Oorzaken waarom een tand niet doorbreekt kunnen onder andere zijn: Erfelijkheid, Te weinig ruimte, Trauma, Cysten/gezwellen.
Met behulp van een röntgenfoto kan door de tandarts meestal worden vastgesteld of een tand nog in het kaakbot aanwezig is.
Veelal wordt de patiënt verwezen naar de orthodontist. Deze doet verder onderzoek (onder andere grotere röntgenfoto’s) en stelt een behandelplan op. Hierin staat dat er een doorverwijzing naar de kaakchirurg moet gebeuren om het element zichtbaar te maken.
Om precies de ligging van de tand vast te kunnen stellen laat deze nog in sommige gevallen een computerscan (CT) maken.
De kaakchirurg kan het element in de mond zichtbaar maken na het geven van lokale verdoving. Het bot en tandvlees waarmee de tand nog bedekt is wordt verwijderd. Er wordt bij dit vrijleggen een venster gemaakt naar de tand, zodat deze zichtbaar is. Dit venster groeit wanneer het niet open wordt gehouden vrij snel dicht. Daarom doet de kaakchirurg hier een stukje wondverband in wat een beetje op stopverf lijkt. Het wordt langzaam hard. Dit kan wel 3-4 weken blijven zitten. Na 3 weken valt dit er spontaan uit of de patiënt kan het makkelijk uitnemen. De tand is nu zichtbaar en zal vanzelf verder doorbreken. Om de tand op de juiste plaats in de tandenrij te krijgen moet de patiënt weer terug naar de orthodontist of de huistandarts, meestal na 2 - 6 weken. Wanneer de tand wat dieper in de kaak ligt, zal de kaakchirurg de tand opzoeken en er een slotje (bracket) op plaatsen waaraan door de orthodontist m.b.v. een metalen draadje, een plaatje of een slotjesbeugel langzaam (enige maanden) "getrokken" kan worden, zodat de tand op de juiste plek komt.
Copyright 2024 Elkerliek
Deze website maakt gebruik van cookies.