U bevindt zich hier: Home | Specialismen en spreekuren | Nucleaire geneeskunde
Bij het specialisme Nucleaire geneeskunde wordt radioactiviteit ingezet om de functie van organen te analyseren. Meestal wordt via een bloedvat een kleine hoeveelheid van een radioactieve stof toegediend. Het bloed transporteert deze stof naar de te onderzoeken organen. Bij enkele onderzoeken wordt de radioactieve stof niet in een bloedvat toegediend, maar bijvoorbeeld in het borstweefsel ingespoten (bij de schildwachtklierprocedure) of krijgt u een licht radioactieve maaltijd te eten (bij het maagontledigingsonderzoek). Met een speciale camera (gammacamera) kan vervolgens het betreffende orgaan in beeld worden gebracht.
Het is misschien een eng idee dat er een radioactieve stof in uw lichaam terechtkomt. Dit gevoel is logisch, maar niet terecht. Op de afdeling Nucleaire geneeskunde werkt het personeel volgens het ALARA-principe. Dit staat voor: As Low As Reasonably Achievable. Kortom, er wordt zo weinig mogelijk straling gebruikt als mogelijk. De meeste stoffen verblijven ook maar kort in het lichaam en de mogelijke stralingseffecten zijn minimaal en vergelijkbaar met die van een röntgenonderzoek. Bij kinderen wordt de hoeveelheid toe te dienen radioactieve stof aangepast aan het lichaamsgewicht.
Het onderzoek start met het toedienen van de radioactieve stof. Afhankelijk van het soort onderzoek wordt direct na toediening, of op een later moment, een beeld van het orgaan gemaakt waar de aanvragend arts onderzoek naar wil doen (scan, foto of scintigrafie). Het is mogelijk dat er op meerdere momenten scans gemaakt worden. De uitslag van het onderzoek krijgt u van de arts die u voor het onderzoek naar ons verwezen heeft.
Om een duidelijke foto te krijgen, is het belangrijk dat u tijdens de foto’s stil blijft liggen of zitten. Ook kan metaal de foto beïnvloeden, dus laat sieraden, maar ook kleding met bijvoorbeeld gespen, thuis. Als ouder mag u tijdens het onderzoek bij uw kind blijven. Bij enkele onderzoeken is het nodig dat u nuchter bent. Ook kan het zijn dat u bepaalde medicijnen tijdelijk niet mag innemen. In de voorlichtingsbrief die u samen met de afspraak heeft gekregen staat hier meer over vermeld, lees deze brief dus goed door.
Als u zwanger bent of denkt dit te zijn, dient u dit te melden vóórdat u voor het onderzoek komt. In overleg met uw arts en de nucleair geneeskundige wordt bekeken of het onderzoek toch kan plaatsvinden of wordt vervangen door een ander onderzoek. Geeft u borstvoeding, meld dit dan ook van tevoren.