U bevindt zich hier: Home | Aandoening, behandeling en onderzoek | Ooglidcorrecties
Deze algemene informatie kan niet altijd recht doen aan iedere individuele situatie. Hebt u na het lezen van deze informatie nog vragen, dan zal de plastisch chirurg ze tijdens het spreekuur graag met u doornemen. Het kan handig zijn uw vragen van tevoren op papier te zetten.
Het komt regelmatig voor dat de huid rond de bovenoogleden zo uitrekt dat hij over de ogen heen gaat hangen (blepharochalasis). Dit kan problemen geven bij het zien. Een vaak gehoorde klacht van patiënten is ook dat ze vinden dat ze er zo moe of oud uitzien. Blepharochalasis van de bovenoogleden is een gevolg van het slapper worden van de huid rondom het oog. Soms gaat dit samen met het uitpuilen van vetweefsel in de oogkas, waardoor de huid naar voren wordt geduwd en gaat plooien of een bolling boven het oog laat zien. Verslapping van de huid van het bovenooglid kan gecorrigeerd worden met behulp van plastische chirurgie. Dit noemt men ook wel blepharoplastiek (blepharo betekent ooglid en plastiek komt van plastische chirurgie). Soms wordt een bovenooglidcorrectie gecombineerd met een correctie van het onderooglid.
Correctie van de bovenoogleden kan zowel onder plaatselijke verdoving als onder algehele verdoving plaatsvinden. Een ingreep onder plaatselijke verdoving gebeurt in de polikliniek. U mag dan na een paar uur al weer naar huis. Als u een algehele verdoving krijgt, wordt u een dag in het ziekenhuis opgenomen in de dagverpleging. Voor een algehele verdoving moet u van tevoren nuchter zijn. Vlak voor de operatie tekent de plastisch chirurg het huiddeel af dat weggenomen moet worden. Bij de operatie wordt een snee in de plooi van het bovenooglid gemaakt. Het huidoverschot, al dan niet gecombineerd met overtollig vetweefsel, kan nu weggehaald worden. Het grootste deel van het litteken komt te liggen in de natuurlijke plooi van het bovenooglid. Zo’n litteken is nauwelijks zichtbaar.
Na een ooglidcorrectie kunnen de behandelde oogleden dik, blauw en gezwollen zijn. Het komt echter bijna nooit voor dat dit zo ernstig is dat u niets meer kunt zien. Er wordt geen verband aangebracht, zodat wassen en douchen mogelijk blijft. Het verdient aanbeveling om thuis de oogleden de eerste dagen te koelen met natte kompressen of een ijsbril. De pijn en zwelling worden daarmee tegengegaan. Een pijnstiller is dan meestal niet nodig. Na vijf tot zeven dagen worden de hechtingen verwijderd, waarna het litteken eventueel met een zalf of crème kan worden ingesmeerd.
Soms komt bij een correctie van de bovenoogleden een meer dan normale bloedlekkage achteraf voor. Dit is meestal niet ernstig, maar het duurt wel langer voordat de oogleden er weer normaal uitzien. Ook kan het voorkomen dat u uw ogen de eerste tijd na de operatie niet geheel kunt openen of sluiten. Om de ogen te behoeden voor uitdrogen kunt u via de arts oogdruppels of zalf verkrijgen die het uitdrogen tegengaan. Het resultaat van een bovenooglidcorrectie is meestal langdurig, maar als de huid en de spier rondom het oog verder verslappen, kan een nieuwe correctie nodig zijn. Ook als de oogleden niet geheel symmetrisch zijn, kan een nieuwe operatie noodzakelijk zijn. Door littekenreactie kan het ooglid wat gaan trekken. Meestal duurt het een aantal weken tot maanden voor dit helemaal over is. Ook kunt u last krijgen van gevoelloosheid van de oogleden of wat vochtophoping rond de ogen. Na verloop van tijd verdwijnen deze klachten vanzelf. In zeldzame gevallen kan een zogenaamde epitheelcyste (een holte met vocht) ontstaan in het litteken. Deze cyste kan chirurgisch worden verwijderd.
De kosten van een bovenooglidcorrectie worden alleen door uw zorgverzekeraar vergoed als er sprake is van een medische indicatie. Het huidoverschot van de bovenoogleden moet dan minstens tot op de wimpers reiken. Als er geen medische redenen bestaan voor de operatie, dan zijn de kosten voor uw eigen rekening.
Veel mensen hebben last van wallen onder hun ogen. Die wallen zijn het gevolg van het slapper worden van de huid en de spier rondom het oog en/of van vetophoping onder het oog. Soms ontstaat de zwelling door vochtophoping in het ooglid. Ooglidwallen kunnen gecorrigeerd worden met behulp van plastische chirurgie. Met een medische term noemt men deze operatie blepharoplastiek (blepharo betekent ooglid en plastiek komt van plastische chirurgie). Vaak wordt een onderooglidcorrectie gecombineerd met een bovenooglidcorrectie.
Correctie van de onderoogleden kan zowel onder plaatselijke als onder volledige verdoving plaatsvinden. Een ingreep onder plaatselijke verdoving gebeurt in de polikliniek. U mag dan na een paar uur al weer naar huis. Als u volledige verdoving krijgt, wordt u een dag in het ziekenhuis opgenomen in de dagverpleging. Voor volledige verdoving moet u nuchter zijn. Bij de operatie wordt een snee gemaakt onder de oogharen van de onderoogleden, met een uitbreiding naar de buitenste ooghoek. Daarna worden het overtollige vet verwijderd of verplaatst en het huidoverschot weggehaald. De huid wordt naar de zijkant toe strakgetrokken en gehecht. De littekens trekken meestal fraai bij. Soms kan de ingreep ook via de binnenkant van het onderooglid plaatsvinden. Kraaienpootjes en wallen bij de jukbeenderen worden tijdens een onderooglidcorrectie niet verwijderd.
Na een ooglidcorrectie kunnen de behandelde oogleden dik, blauw en gezwollen zijn. Het komt echter bijna nooit voor dat dit zo ernstig is dat u niets meer kunt zien. Er worden papieren plakkertjes op de oogleden aangebracht. Het verdient aanbeveling om thuis de oogleden vooral de eerste dag te koelen met natte kompressen of ijsbril. Het is ook verstandig deze dag rust te nemen. De pijn en zwelling worden daarmee tegengegaan. Een pijnstiller is dan meestal niet nodig. Na vijf tot zeven dagen worden de hechtingen verwijderd.
Een enkele keer komt er een meer dan normale bloedlekkage voor. Dit is meestal niet ernstig, maar het duurt wel langer voordat de oogleden er weer normaal uitzien. Ook kunt u last krijgen van gevoelloosheid van de oogleden, een trekkend litteken of wat vochtophoping rond de ogen. Na verloop van tijd verdwijnen deze klachten echter vanzelf. Bij een nabloeding van het vetweefsel kan er een verhoogde druk in de oogkas ontstaan waardoor de oogzenuw kan beschadigen. Deze complicatie gaat gepaard met hevige pijn en een daling van het gezichtsvermogen. Deze verschijnselen zijn zeer zeldzaam, maar als u deze verschijnselen krijgt, moet u direct contact opnemen met de plastisch chirurg. Een chirurgische ingreep is dan dringend nodig. In een aantal gevallen treedt bij een onderooglidcorrectie een ectropion op. Hierbij krult de binnenzijde van het onderooglid naar buiten, zodat het niet meer tegen de oogbol aan zit. Het veroorzaakt irritatie en een tranenvloed. Om dit te verhelpen kan een nieuwe operatie nodig zijn. Ook dit komt zelden voor en meestal verdwijnen de verschijnselen vanzelf. Een nieuwe operatie is soms ook geïndiceerd als de oogleden niet helemaal symmetrisch zijn, de ooglidwal niet geheel weggenomen is, of een nieuwe wal is ontstaan als gevolg van verdere verslapping van de huid en de spier rondom het oog. In zeldzame gevallen kan een zogenaamde epitheelcyste (holte met vocht) in het litteken ontstaan. Deze cyste wordt operatief verwijderd door de chirurg. Aan zwelling van de oogleden door vochtophoping kan weinig worden gedaan.
De kosten van een onderooglidcorrectie worden niet vergoed door uw zorgverzekeraar. Dat komt omdat deze ingreep valt onder de cosmetische chirurgie en daar is geen vergoedingsregeling voor.
Meer informatie over een correctie van de oogleden leest u onder het kopje folders.
Het Elkerliek screent alle patiënten, bezoekers en begeleiders bij binnenkomst op coronaklachten. Sneller door de screening? Vul dan op de dag dat u naar het ziekenhuis komt deze vragenlijst in.
Vul de vragenlijst inVoortaan moet u voor bloedafname en materiaalafgifte online een afspraak maken.
Afspraak bloedafname